ECLI:NL:OGAACMB:2016:15
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluitvorming en bezwaar inzake bevorderingsverzoek van ambtenaar
In deze zaak heeft klaagster, een ambtenaar in de rang van hoofdklerk bij de Directie Economische Zaken, Handel en Industrie, een verzoek ingediend om bevordering naar een hogere schaal. Dit verzoek is gedaan op 17 mei 2010 en herhaald op 6 mei 2011 en 16 januari 2015. Klaagster heeft op 6 augustus 2015 bezwaar gemaakt tegen het uitblijven van een beslissing op haar bevorderingsverzoek. De behandeling van het bezwaar vond plaats op 7 december 2015, waarbij klaagster en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder, de minister van Economische Zaken, Communicatie, Energie en Milieu.
Het gerecht heeft vastgesteld dat verweerder nalatig was in het nemen van een beslissing op het bevorderingsverzoek van klaagster. Volgens de Landsverordening ambtenarenrechtspraak kan een bezwaarschrift worden ingediend tegen een weigering om te beschikken. Het gerecht heeft geoordeeld dat de termijn voor het indienen van het bezwaar binnen de gestelde termijn viel, aangezien de weigering om te beslissen geacht wordt te zijn ontstaan op 17 juli 2015. Het bezwaar is derhalve ontvankelijk verklaard.
De rechter heeft het bezwaar gegrond verklaard, de weigering van verweerder om te beslissen vernietigd en bepaald dat verweerder binnen drie maanden na de uitspraak een beslissing moet nemen op het bevorderingsverzoek van klaagster. Deze uitspraak is gedaan door mr. W.C.E. Winfield op 15 februari 2016.