In deze zaak heeft klager, een ambtenaar, bezwaar gemaakt tegen de weigering van de Gouverneur van Aruba om te beslissen op zijn verzoek tot bevordering. Klager had op 14 september 2020 verzocht om bevordering naar schaal 7, conform een eerder verzoek van de algemeen directeur van Instituto Pedagogico Arubano (IPA) van 11 november 2019. Na het uitblijven van een beslissing heeft klager op 18 mei 2021 bezwaar gemaakt bij het gerecht. De zaak is behandeld op 6 september 2021, waarbij klager werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. H.G. Figaroa, en de verweerder door mr. C.L. Geerman.
Het gerecht heeft vastgesteld dat de Gouverneur geen beslissing heeft genomen op het verzoek van klager, wat volgens vaste jurisprudentie wordt beschouwd als een weigering om te beschikken. Het gerecht oordeelt dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend, aangezien klager binnen de redelijke termijn van vier maanden na zijn verzoek bezwaar heeft gemaakt. De rechter heeft geoordeeld dat de Gouverneur alsnog binnen drie maanden op het verzoek van klager moet beslissen en heeft het bezwaar gegrond verklaard. Tevens is de Gouverneur veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan klager, begroot op Afl. 175,-.
De uitspraak is gedaan door mr. M.M. de Werd en is openbaar uitgesproken op 20 september 2021. Beide partijen hebben het recht om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken, binnen dertig dagen na de uitspraak.