Uitspraak
1.Procesverloop
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel in het principale beroep
4.Beoordeling van het middel in het voorwaardelijke incidentele beroep
5.Beslissing
14 februari 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 februari 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiser] en de Gemeente Montfoort. De zaak betreft een vordering tot schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad, waarbij [eiser] stelt dat de Gemeente onrechtmatig heeft gehandeld door te eisen dat twaalf parkeerplaatsen openbaar moesten zijn in het kader van een project voor appartementen. De rechtbank Midden-Nederland had de vorderingen van [eiser] afgewezen, waarna het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in een tussenarrest van 14 maart 2023 [eiser] de gelegenheid gaf om informatie te verschaffen over gemaakte kosten. In het eindarrest van 31 oktober 2023 heeft het hof de Gemeente veroordeeld tot betaling van € 5.708,63 aan [eiser], maar ook andere vorderingen afgewezen.
In cassatie heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het hof in zijn eindarrest onterecht is teruggekomen van een bindende eindbeslissing zonder partijen de gelegenheid te bieden zich hierover uit te laten. De Hoge Raad heeft het arrest van het hof vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. Tevens is de Gemeente veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De uitspraak benadrukt het belang van de rechtszekerheid en de procedurele waarborgen in het civiele recht, vooral bij het terugkomen van bindende beslissingen.