Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
- een akte van [de vader] met producties 80 tot en met 82
- een akte van de gemeente met producties 24 en 25
- het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 23 augustus 2022 is gehouden.
2.De kern van de zaak en van de beslissing
3.Het oordeel van het hof
De tussen partijen vaststaande feiten
“Wethouder [de wethouder] reageert dat de parkeerplaatsen openbaar zijn. Dit moet ook in de anterieure overeenkomst staan en de raad kan het college dan ook opdragen dat deze aangepast moet worden. De parkeerplaatsen zijn openbaar omdat zij toegankelijk zijn vanaf de weg en geen fysieke afbakening hebben. Om elk misverstand te voorkomen moet het woord openbaar worden opgenomen.”Daarop is met algemene stemmen een amendement aangenomen dat inhield dat in de anterieure overeenkomst wordt opgenomen dat de 12 parkeerplaatsen openbaar zijn. Vervolgens heeft de raad ook besloten de verklaring van geen bedenkingen af te geven.
“Dat je er per bestemde parkeerplaats een hekje of paaltje voorzet, was akkoord, echter niet bij de overige parkeerplaatsen.”Dat uit een en ander zou blijken dat een beugel en bordjes als eigen terrein en verboden toegang alleen werden gedoogd totdat de rechtbank uitspaak zou hebben gedaan, zoals de gemeente heeft aangevoerd in nr. 2.24 van haar verweerschrift, is onvoldoende om de conclusies van de onderzoekers omtrent het niet-integere karakter van de afspraak van 4 juli 2012 te ontzenuwen en vindt geen bevestiging in onder meer de e-mail van [de beleidsmedewerker] van 20 augustus 2012.
“dat de raad op 12 maart 2012 een verklaring van geen bedenkingen heeft afgegeven onder voorwaarde dat de 12 aan te leggen parkeerplaatsen openbaar zullen zijn”bevat geen voorschrift. Dat brengt mee dat [de projectontwikkelaar] door het plaatsen van de bordjes niet in strijd met vergunning 1 heeft gehandeld en dat het college niet bevoegd was handhavend op te treden. De Afdeling heeft verder geoordeeld dat het verkeersbesluit ten onrechte ervan uitgaat dat de parkeerplaatsen openbaar zijn, zodat ook dit besluit niet in stand kan blijven. De Afdeling heeft zelf in de zaak voorzien door beide besluiten te herroepen.
“openbaar” en
“openbaar toegankelijk”, zoals [de vader] stelt en de gemeente betwist. Duidelijk is geworden dat de gemeente met beide begrippen hetzelfde bedoelde, namelijk dat de parkeerplaatsen door iedereen konden worden gebruikt, maar dat de gemeente die bedoeling niet op een rechtsgeldige manier heeft gerealiseerd en daardoor onrechtmatig tegenover [de projectontwikkelaar] heeft gehandeld. Evenmin relevant voor de beoordeling van de zaak is of de gemeente zich in haar keuze voor openbaarheid van de parkeerplaatsen heeft laten beïnvloeden door verzoeken vanuit de Protestantse Gemeente Montfoort, zoals [de vader] stelt en de gemeente betwist. Het onrechtmatige karakter van de gedragingen en besluitvorming van de gemeente wordt niet anders of zwaarwegender als zou blijken dat zij zich in haar handelen mede heeft gebaseerd op verzoeken vanuit de kerk. Ook de door partijen aangezwengelde discussie over de formele rechtskracht van het besluit tot verlening van vergunning 1 kan verder onbesproken blijven.
“Als je aan die “niet”-openbaarheid van de pp-en vast blijft houden zal het allemaal niet lukken en moeten we de zitting van 20 november a.s. bij de rechtbank afwachten en de uitspraak daarop.”(e-mail van 20 augustus 2012);
“Om de zaak niet nodeloos ingewikkeld te maken verlenen wij de gewijzigde vergunning enkel nadat wij bericht hebben ontvangen van de rechtbank dat het beroepschrift is ingetrokken”(e-mail van 7 september 2012);
“Voordat ik een collegevoorstel daartoe maak moet het beroep zijn ingetrokken, anders sowieso geen gewijzigde vergunning voor 1 oktober.”(e-mail van 13 september 2012, 10:30u.);
“Als het benodigde (aanvraagformulier (gewijzigde) omgevingsvergunning en bevestiging van de rechtbank dat het beroep is ingetrokken) niet uiterlijk 18 september a.s. binnen is volgt er sowieso geen (gewijzigde) omgevingsvergunning voor 1 oktober a.s. en kun je niet met bouwen beginnen voor 1 oktober.”(e-mail van 13 september 2012, 14:03u.).
“dat ook de extra te realiseren parkeerplaats openbaar en vrij toegankelijk dient te zijn”heeft verbonden. Het college heeft ook voor dit bouwplan afwijking van het bestemmingsplan verleend. De gemeente heeft onweersproken aangevoerd dat het college geen afwijking van het bestemmingsplan zou hebben verleend, als het had geweten dat het voorschrift omtrent de extra te realiseren parkeerplaats, wat het openbare karakter betreft, in strijd met de bouwverordening was. Voor de raad was het immers een harde eis dat de parkeerplaatsen openbaar zouden zijn. Dat betekent dat [de projectontwikkelaar] het appartement niet had kunnen realiseren en dat er dus ook geen huurder zou zijn aan wie hij de extra parkeerplaats had kunnen verhuren. De gemiste huur voor de 13e parkeerplaats staat daarom niet in causaal verband met de door [de vader] gestelde onrechtmatige daad van de gemeente met betrekking tot vergunning 2 en komt niet voor toewijzing in aanmerking. []