ECLI:NL:HR:2025:1182
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie tegen de beslissing op het verzoek om toepassing van artikel 8:29 Awb
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 juli 2025 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van [X], hierna aangeduid als belanghebbende, tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 1 april 2025, nummer 24/2585 PW-VV. De Hoge Raad heeft zich gebogen over de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat er geen wettelijke bepaling bestaat die het mogelijk maakt om beroep in cassatie in te stellen tegen de beslissing op het verzoek van belanghebbende om toepassing van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Daarnaast heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De uitspraak is gedaan door de raadsheer M.T. Boerlage als voorzitter, samen met de raadsheren A.E.H. van der Voort Maarschalk en W.A.P. van Roij, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.