ECLI:NL:HR:2025:1182

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 juli 2025
Publicatiedatum
18 juli 2025
Zaaknummer
25/01220
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie tegen de beslissing op het verzoek om toepassing van artikel 8:29 Awb

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 juli 2025 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van [X], hierna aangeduid als belanghebbende, tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 1 april 2025, nummer 24/2585 PW-VV. De Hoge Raad heeft zich gebogen over de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat er geen wettelijke bepaling bestaat die het mogelijk maakt om beroep in cassatie in te stellen tegen de beslissing op het verzoek van belanghebbende om toepassing van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Daarnaast heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De uitspraak is gedaan door de raadsheer M.T. Boerlage als voorzitter, samen met de raadsheren A.E.H. van der Voort Maarschalk en W.A.P. van Roij, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer25/01220
Datum18 juli 2025
ARREST
op het door [X] (hierna: belanghebbende) ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 1 april 2025, nr. 24/2585 PW-VV [1] .

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Er is geen wettelijke bepaling die beroep in cassatie openstelt tegen de beslissing op het verzoek van belanghebbende om toepassing van artikel 8:29 Awb. Het tegen die beslissing gerichte beroep in cassatie moet daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer M.T. Boerlage als voorzitter, en de raadsheren A.E.H. van der Voort Maarschalk en W.A.P. van Roij, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 18 juli 2025.