Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
31 mei 2024.
Hoge Raad
In deze zaak hebben eisers, waaronder [eiser 1] en WOLDOMUS B.V., cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Dit arrest, dat op 14 februari 2023 is gewezen, volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Noord-Nederland en eerdere arresten van het hof. De eisers hebben hun beroep in cassatie ingesteld na het oordeel van het hof, waarin zij hun klachten over het arrest naar voren hebben gebracht. De verweerders in cassatie, Rendo c.s., hebben een verweerschrift ingediend en de zaak is door de advocaten van beide partijen toegelicht.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent was om het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad heeft de klachten van de eisers beoordeeld, maar heeft geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en de eisers veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 7.115,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan. Dit arrest is gewezen op 31 mei 2024.