Uitspraak
1.Geding in cassatie
Belanghebbende, vertegenwoordigd door M.D.J. van der Wulp, heeft een verweerschrift ingediend. Zij heeft ook incidenteel beroep in cassatie ingesteld en daarbij verzocht om een vergoeding van immateriële schade als gevolg van de te lange duur van de procedure.
Het beroepschrift in cassatie en het geschrift waarbij incidenteel beroep in cassatie is ingesteld, zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
De Staatssecretaris heeft schriftelijk zijn zienswijze over het incidentele beroep naar voren gebracht.
2.Uitgangspunten in cassatie
Het niveau van de HOVO-cursussen is algemeen inleidend en vergelijkbaar met dat van universitaire eerstejaarscolleges. Specifieke voorkennis is meestal niet vereist, maar een algemene ontwikkeling bij de deelnemers wordt verondersteld. De HOVO-cursussen bieden de mogelijkheid tot verdieping en kennen geen studieverplichting.
3.De oordelen van het Hof
4.Beoordeling van het in het principale beroep voorgestelde middel
Daarvan uitgaande betoogt het middel dat het Hof een te ruime invulling heeft gegeven aan het begrip voordracht in de zin van artikel 11, lid 1, letter p, van de Wet. Volgens het middel is een voordracht in de zin van die bepaling een eenmalige, op zichzelf staande activiteit waarbij de rol van de toehoorder in het algemeen passief is en waarbij in zijn algemeenheid voorbereiding aan de hand van cursusmateriaal niet is inbegrepen. Bij de HOVO-cursussen is de overdracht van kennis en vaardigheden een bijzonder belangrijk element. Daarom is de prestatie die met de HOVO-cursussen wordt verricht, het geven van een vorm van onderwijs. Een dergelijke onderwijsprestatie moet voor toepassing van een vrijstelling uitsluitend worden beoordeeld aan de hand van de in artikel 11, lid 1, letter o, van de Wet opgenomen voorwaarden en aan die voorwaarden voldoen de HOVO-cursussen niet.
In BTW-richtlijn 2006 ontbreekt een met artikel 11, lid 1, letter p, van de Wet vergelijkbare vrijstellingsbepaling. Uit de totstandkomingsgeschiedenis van die vrijstellingsbepaling valt ook niet af te leiden aan welke richtlijnbepaling de wetgever uitvoering heeft willen geven. Een voldoende duidelijk verband tussen artikel 11, lid 1, letter p, van de Wet en een richtlijnbepaling is niet te leggen. Daarom kan voor de uitleg van het in artikel 11, lid 1, letter p, van de Wet gehanteerde begrip voordracht niet worden aangesloten bij bepalingen van BTW-richtlijn 2006 die voorzien in een vrijstelling van btw.
Zoals het Hof terecht heeft overwogen, wordt naar spraakgebruik onder een voordracht verstaan het uitspreken van een tekst die voor een publiek ten gehore wordt gebracht. [4] De rol van het publiek is daarbij passief en van de toehoorders wordt geen voorbereiding gevergd. Met een voordracht kan weliswaar kennis of informatie worden overgedragen, hetgeen een belangrijk kenmerk is van onderwijs, maar die overdracht is op zichzelf niet voldoende om een voordracht aan te merken als het geven van onderwijs. [5]
Aan toepassing van de vrijstelling staat niet in de weg dat de spreker tijdens diens voordracht gebruikmaakt van audio en/of visuele middelen en/of na afloop van diens voordracht ingaat op vragen van toehoorders. Echter, verdergaande dienstverlening zoals het ten behoeve van de voordracht vooraf of achteraf ter beschikking stellen van studiemateriaal dan wel het gelegenheid geven tot inbreng van of discussie met de toehoorders tijdens of na afloop van de voordracht ontneemt de prestatie het karakter van voordracht en kan niet onder deze vrijstelling worden gebracht, ook niet als bijkomende prestatie die het lot van de hoofddienst zou moeten delen.
5.Beoordeling van de in het incidentele beroep voorgestelde middelen
6.Slotsom
Daarmee heeft de wetgever het mogelijk gemaakt dat bepaalde voordrachten en lezingen onder zowel artikel 11, lid 1, letter p, van de Wet als artikel 9, lid 2, letter a, van de Wet vallen. De ondernemer die een dergelijke voordracht of lezing tegen vergoeding verzorgt, kan in die gevallen dus kiezen voor toepassing van die vrijstelling dan wel het verlaagde tarief.