ECLI:NL:HR:2024:208

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 februari 2024
Publicatiedatum
8 februari 2024
Zaaknummer
22/03868
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over dwaling bij koopovereenkomst van aandelen en onbillijke bevoordeling

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 februari 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een geschil over een koopovereenkomst van aandelen tussen Rookie B.V. en ABC Hekwerk Participatie B.V. Rookie, de eiseres tot cassatie, had de aandelen in Promis Security Systems B.V. (PSS) gekocht van ABC Hekwerk. Na de overname ontstonden er problemen, en Rookie stelde dat zij was misleid over de financiële situatie van PSS, wat leidde tot een beroep op dwaling. De rechtbank had de vordering van Rookie tot vernietiging van de koopovereenkomst afgewezen, maar het hof oordeelde dat Rookie de koopovereenkomst buitengerechtelijk had vernietigd op grond van dwaling. Het hof veroordeelde ABC Hekwerk tot betaling van een schadevergoeding aan Rookie.

De Hoge Raad heeft de arresten van het hof vernietigd en het geding verwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De Hoge Raad oordeelde dat het hof onvoldoende had gemotiveerd waarom de aandelenoverdracht bezwaarlijk ongedaan kon worden gemaakt en dat de benadeling van ABC Hekwerk c.s. niet voldoende was onderbouwd. De Hoge Raad heeft ook de kosten van het geding in cassatie aan ABC Hekwerk c.s. opgelegd, en de kosten aan de zijde van Rookie vastgesteld op een totaalbedrag van € 9.825,24, vermeerderd met wettelijke rente indien niet binnen veertien dagen na de uitspraak voldaan wordt.

Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige beoordeling van de gevolgen van een vernietiging van een koopovereenkomst, vooral in het licht van de belangen van beide partijen en de juridische grondslagen van dwaling en onbillijke bevoordeling.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/03868
Datum9 februari 2024
ARREST
In de zaak van
ROOKIE B.V.,
gevestigd te Helmond,
EISERES tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep,
hierna: Rookie,
advocaat: N.E. Groeneveld-Tijssens,
tegen
1. ABC HEKWERK PARTICIPATIE B.V.,
gevestigd te Veenendaal,
2. [verweerder 2],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie, eisers in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep,
hierna: ABC Hekwerk en [verweerder 2] en gezamenlijk ABC Hekwerk c.s.,
advocaat: D.M. de Knijff.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/01/283488 HA ZA 14-645 van de rechtbank Oost-Brabant van 1 juni 2016, 12 oktober 2016 en 14 februari 2018;
b. de arresten in de zaak 200.236.723/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 28 april 2020 (tussenarrest) en 19 juli 2022 (eindarrest).
Rookie heeft tegen de arresten van het hof beroep in cassatie ingesteld.
ABC Hekwerk c.s. hebben tegen het eindarrest van het hof voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld.
Partijen hebben over een weer een geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot vernietiging van het tussenarrest en het eindarrest en tot afdoening op de wijze zoals vermeld in randnummer 5.2 van die conclusie.
De advocaten van partijen hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Uitgangspunten en feiten

2.1
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) Rookie was in 2012 enig aandeelhouder en bestuurder van Euro Barrier B.V. (hierna: Euro Barrier). Euro Barrier maakte onder meer slagbomen.
(ii) ABC Hekwerk behartigde in 2012 de belangen van zelfstandige licentienemers die met ABC Hekwerk samenwerkten (hierna: de licentienemers) en leverde hekwerksystemen en gelieerde producten. ABC Hekwerk en haar licentienemers werkten samen wat betreft (onder meer) gezamenlijke logistiek, marketing en promotie. ABC Hekwerk heeft eind 2011 de aandelen in Promis Security Systems B.V. (hierna: PSS) overgenomen. PSS leverde elektronische beveiligingssystemen. Euro Barrier was een leverancier van PSS.
(iii) [verweerder 2] was en is bestuurder van ABC Hekwerk en was ten tijde van de hiervoor onder (ii) bedoelde overname indirect bestuurder van PSS.
(iv) Rookie en ABC Hekwerk hebben op 16 november 2012 een Letter of Intent (hierna: LOI) ondertekend over de overname van de aandelen in PSS door Rookie. In de LOI staat dat de “realisatie van een positief resultaat over het boekjaar 2012 voor belasting van circa € 20.000,- (...) realistisch voorstelbaar” is (art. 6) en dat ABC Hekwerk het in PSS “aanwezige eigen vermogen zoals dat blijkt uit de tussentijdse cijfers per 30 juni 2012 (...)” garandeert (art. 14).
(v) Rookie heeft een due diligence-onderzoek bij PSS uitgevoerd.
(vi) De tussentijdse cijfers van PSS per 30 november 2012 (met inbegrip van de balans per deze datum, hierna: de overnamebalans) zijn op 10 december 2012 ter hand gesteld aan de accountant van Rookie. Uit deze cijfers blijkt (a) een positief resultaat voor belasting van € 94.284,-- en een brutowinstmarge van 54.1% en (b) een post onderhanden projecten van € 156.330,--.
(vii) Rookie en ABC Hekwerk hebben op 21 december 2012 een koopovereenkomst gesloten (hierna: de koopovereenkomst). Rookie kocht de aandelen in PSS van ABC Hekwerk voor een koopprijs van (a) € 1,-- voor de aandelen en (b) € 482.933,28 door overname van een schuld in rekening-courant van PSS aan ABC Hekwerk (hierna: de koopprijs). ABC Hekwerk heeft deze aandelen aan Rookie geleverd. Rookie heeft de koopprijs (€ 482.934,28) betaald aan ABC Hekwerk. Het plan was dat PSS als servicecentrum zou gaan samenwerken met Euro Barrier en de licentienemers).
(viii) De koopovereenkomst bevat een balansgarantie, afgegeven door ABC Hekwerk ten gunste van Rookie (art. 5 onder IV). De strekking daarvan is dat de overnamebalans getrouw en stelselmatig de grootte en samenstelling van het vermogen en het resultaat weergeeft. Onder “overige garanties” (art. 5 onder VI) erkent ABC Hekwerk dat iedere verklaring in dit artikel voor Rookie van wezenlijk belang is en dat de juistheid, nauwkeurigheid en volledigheid van iedere verklaring essentieel is voor het besluit van Rookie om de koopovereenkomst aan te gaan.
(ix) Rookie en ABC Hekwerk hebben in 2013 een licentie- en samenwerkingsovereenkomst gesloten.
(x) In juli 2013 is onmin ontstaan. ABC Hekwerk sprak (namens haar achterban) haar zorgen uit over de samenwerking met PSS. De accountant van Rookie sprak ABC Hekwerk aan op een aantal mogelijke onregelmatigheden in de cijfers over 2012 met betrekking tot de post onderhanden projecten.
(xi) PSS heeft over 2012 een verlies geleden van € 109.236,-- (resultaat voor belastingen).
(xii) Rookie heeft op 15 juli 2013 woord- en beeldmerken “ABC Hekwerk” en “ABC Security Systems” gedeponeerd. ABC Hekwerk heeft op 29 augustus 2013 de licentie- en samenwerkingsovereenkomst ontbonden. Rookie heeft de inschrijving van de merknamen laten doorhalen, nadat ABC Hekwerk daarover een kort geding tegen haar aanhangig had gemaakt en de voorzieningenrechter op 25 oktober 2013 in dat kort geding vonnis had gewezen.
(xiii) PSS is in staat van faillissement verklaard. Euro Barrier kon daardoor een debiteurenpost van € 200.000,-- niet incasseren. Euro Barrier is ook in staat van faillissement verklaard. B&G Hekwerk B.V., een belangrijke concurrent van ABC Hekwerk, heeft een doorstart mogelijk gemaakt van de bedrijven van PSS en Euro Barrier.
2.2
Rookie vordert, voor zover in cassatie van belang, primair een verklaring voor recht over dwaling bij het aangaan van de koopovereenkomst en over de vernietiging van de koopovereenkomst, en veroordeling van ABC Hekwerk tot terugbetaling van de koopprijs en subsidiair voor recht te verklaren dat ABC Hekwerk tekort is geschoten als gevolg van de schending van de balansgarantie en ABC Hekwerk c.s. hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van de schade. Primair en subsidiair vordert Rookie voor recht te verklaren dat zij uit hoofde van de koopovereenkomst niets meer aan ABC Hekwerk verschuldigd is, alsmede om ABC Hekwerk c.s. hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van de overige door haar geleden schade. In geval van vernietiging hebben ABC Hekwerk c.s. in reconventie voorwaardelijk gevorderd Rookie te veroordelen tot betaling van een bedrag gelijk aan de koopprijs.
2.3
De rechtbank heeft de vordering van Rookie tot vernietiging van de koopovereenkomst afgewezen. Zij heeft voor recht verklaard dat ABC Hekwerk toerekenbaar is tekortgeschoten door schending van de bij de verkoop van de aandelen PSS gegeven balansgarantie en uit dien hoofde ABC Hekwerk c.s. hoofdelijk veroordeeld tot betaling van € 107.313,--.
2.4
Het hof heeft het vonnis van de rechtbank gedeeltelijk vernietigd en, voor zover in cassatie van belang, voor recht verklaard dat Rookie de koopovereenkomst buitengerechtelijk heeft vernietigd op grond van dwaling. Het heeft ABC Hekwerk veroordeeld om € 272.153,46 te betalen en voor recht verklaard dat Rookie uit hoofde van de koopovereenkomst niets meer aan ABC Hekwerk is verschuldigd.
Daartoe heeft het hof in zijn tussenarrest [1] overwogen als volgt:
Wat betreft het geschilpunt over de post onderhanden projecten op de overnamebalans is de conclusie dat deze post onjuist is gewaardeerd en dat de fout moet worden begroot op een substantieel en omvangrijk bedrag van maximaal € 120.063,--. (rov. 3.13)
Het beroep van Rookie op dwaling is gegrond. Rookie heeft op goede gronden de buitengerechtelijke vernietiging van de koopovereenkomst ingeroepen. De dwaling komt niet voor rekening van Rookie. (rov. 3.19)
Over de gevolgen van het geslaagde beroep op dwaling heeft het hof overwogen:
“3.20. De gevolgen hiervan zijn het volgende geschilpunt. (…) Het gaat om:
- het beroep van ABC op art. 3:53 lid 2 BW (partiële vernietiging en een uitkering in geld in verband met onbillijke bevoordeling van Rookie) en de daarmee samenhangende (reconventionele) vordering van ABC tot betaling van de restant Koopprijs;
- de vordering van ABC tot vergoeding van schade;
- de vordering van Rookie tot vergoeding van schade (art. 2:249 BW; art. 6:74 BW; art. 6:162 BW).
Deze punten komen hieronder aan de orde.
3.21.
ABC heeft zich beroepen op artikel 3:53 lid 2 BW (…). De rechter kan volgens deze regeling desgevraagd aan een vernietiging geheel of ten dele haar werking ontzeggen, indien de reeds ingetreden gevolgen van een rechtshandeling bezwaarlijk ongedaan kunnen worden gemaakt. De rechter kan verder aan een partij die daardoor onbillijk wordt bevoordeeld, de verplichting opleggen tot een uitkering in geld aan de partij die benadeeld wordt. (…)
3.22.
Het hof overweegt dat ABC op zichzelf gelijk heeft wat betreft de gevolgen van de vernietiging. De vernietiging van de Koopovereenkomst brengt in beginsel mee dat ABC Hekwerk de Koopprijs moet teruggeven aan Rookie en dat Rookie de aandelen in PSS moet teruggeven aan ABC Hekwerk. Rookie heeft de aandelen nog wel, maar Rookie kan deze aandelen uiteraard niet materieel in exact dezelfde staat teruggeven. De transactie was immers jaren geleden. PSS is in staat van faillissement verklaard en de curator heeft de onderneming van PSS verkocht aan een doorstarter. Dit betekent dat de aandelenoverdracht – een reeds ingetreden gevolg van de vernietigde rechtshandeling – bezwaarlijk ongedaan kan worden gemaakt.
3.23.
Het hof begrijpt de standpunten van Rookie aldus dat volgens haar sprake is van een onrechtmatige daad en/of van een (toerekenbare) tekortkoming in de nakoming van de samenwerkingsovereenkomst en/of de licentieovereenkomst. Rookie heeft de volgende standpunten naar voren gebracht. ABC heeft haar onvoldoende en onjuist geïnformeerd in de aanloop naar de Koopovereenkomst over:
- de cijfers (Overnamebalans);
- lopende (operationele) problemen in de organisatie (betalingstermijnen, discussie over prijslijst, aangekondigde prijsverhoging van een leverancier);
- het merk en Rookie vindt dat ABC de samenwerking welbewust heeft gefrustreerd. Er is sprake geweest van een vooropgezet plan van ABC Hekwerk om PSS als verlieslijdend onderdeel van de ABC Hekwerk-groep af te stoten, zonder daarvan zelf de consequenties te hoeven dragen, aldus Rookie.
3.24.
ABC heeft zich (…) beroepen op artikel 3:53 lid 2 BW, aanspraak gemaakt op een uitkering in geld, als in dat wetsartikel omschreven, en een vordering tot vergoeding van schade ingesteld. ABC heeft de volgende standpunten naar voren gebracht:
- Rookie heeft onjuiste keuzes heeft gemaakt in de onderneming;
- Rookie heeft de samenwerking tussen PSS en de ABC-ondernemingen welbewust gefrustreerd (omdat zij niet wilde dat PSS winst zou maken in verband met de earn-out);
- Rookie heeft ten onrechte de ABC-merknaam gedeponeerd;
- Rookie heeft (als gevolg van het voorgaande) het faillissement van PSS veroorzaakt.
3.25.
ABC heeft haar stelling dat zij aanspraak heeft op een uitkering in geld wegens onbillijke bevoordeling/benadeling (art. 3:53 lid 2 BW) voldoende toegelicht. Rookie heeft deze stelling van ABC voldoende gemotiveerd betwist. Het hof zal ABC toelaten tot bewijslevering. Het hof merkt nu reeds op dat de omstandigheid dat ABC slechts gedurende een korte periode (een jaar) verantwoordelijk was voor de administratie, niet ter zake doet. ABC was immers daarvoor verantwoordelijk en zij heeft de Overnamebalans gebruikt bij de verkoop van de onderneming.”
In zijn eindarrest [2] heeft het hof op grond van hetgeen het na bewijslevering bewezen heeft geacht (rov. 7.5) met betrekking tot het beroep van ABC Hekwerk c.s. op art. 3:53 lid 2 BW in het incidentele hoger beroep overwogen:
“7.6. (…)
(a) Het eerste geschilpunt in de zaak betreft het beroep van ABC op artikel 3:53 lid 2 BW (vergoeding ter voorkoming van onbillijke bevoordeling) als verweer tegen de door Rookie gevorderde terugbetaling van de koopprijs.
Het hof is van oordeel dat dit beroep op artikel 3:53 lid 2 BW toewijsbaar is tot een bedrag gelijk aan 25% van de koopprijs nadat de koopprijs is verminderd met de correctie in verband met de dwaling. Hiermee wordt tot uitdrukking gebracht dat ABC als verkoper verantwoordelijk is voor de dwaling, de onjuiste inlichtingen en in zeer belangrijke mate voor het stroeve verloop van de samenwerking, waardoor Rookie zich genoodzaakt zag drastische maatregelen te treffen (het deponeren van de merknaam). Aan de andere kant wordt ook tot uitdrukking gebracht dat Rookie de merknaam heeft gedeponeerd en daarmee de vertrouwensrelatie (nog verder) heeft ondermijnd, zoals hiervoor is overwogen. Daarmee heeft Rookie ook zelf enige rol gespeeld in de deconfiture van PSS.”
De overige vorderingen strekken tot vergoeding van schade en zijn door het hof afgewezen. (rov. 7.6 (b)-(e))
Een en ander heeft geleid tot de volgende slotsom:
“7.7. (…)
(c) Rookie heeft recht op € 12.750,00 in aanvulling op € 107.313,00 (bestreden eindvonnis) (totaal: € 120.063,00). Aldus wordt de onjuiste telling van de voorraden gecorrigeerd. Over dit aanvullend bedrag zal als gevorderd de wettelijke rente worden toegewezen.
(d) Rookie heeft recht op € 272.153,46, berekend als volgt:
€ 482.934,28 koopprijs
-/- € 120.063,00 reeds betaald of verschuldigd in verband met de voorraden
= € 362.871,28
-/- € 90.717,82 = 25% ter voorkoming van onbillijke bevoordeling
= € 272.153,46.
(…)”

3.Beoordeling van het middel in het principale beroep

3.1
Onderdeel 1A van het middel richt rechts- en motiveringsklachten tegen rov. 3.22. van het tussenarrest. Het klaagt onder meer dat onjuist of onbegrijpelijk is het oordeel dat de aandelenoverdracht bezwaarlijk ongedaan kan worden gemaakt.
3.2
Deze klachten slagen. Indien als gevolg van de vernietiging van een overeenkomst van koop van aandelen de titel aan de overdracht komt te ontvallen, hebben die aandelen het vermogen van de verkoper niet verlaten. De rechter kan in zo’n geval op grond van art. 3:53 lid 2, eerste zinsnede, BW desgevraagd aan de vernietiging geheel of ten dele haar werking ontzeggen, indien de reeds ingetreden gevolgen van de overeenkomst van koop van aandelen bezwaarlijk ongedaan gemaakt kunnen worden. De enkele omstandigheid dat de aandelen zijn overgedragen, brengt nog niet de hiervoor bedoelde bezwaarlijkheid mee. Indien het hof dit heeft miskend, geeft zijn oordeel blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Indien het hof dit niet heeft miskend, is het oordeel dat de aandelenoverdracht bezwaarlijk ongedaan kan worden gemaakt zonder nadere, door het hof niet gegeven, toelichting niet begrijpelijk.
3.3
Onderdeel 1B is gericht tegen rov. 3.24. en 3.25. van het tussenarrest en tegen rov. 7.6. onder (a) van het eindarrest en klaagt dat onjuist of onbegrijpelijk is het oordeel dat benadeling aan de zijde van ABC Hekwerk c.s. een grond kan zijn voor een geslaagd beroep op art. 3:53 lid 2 BW.
3.4
Art. 3:53 lid 2, laatste zinsnede, BW kan worden toegepast als de rechter wegens het bezwaarlijk ongedaan kunnen maken van de gevolgen van een rechtshandeling aan de vernietiging van die rechtshandeling geheel of ten dele haar werking ontzegt, en een partij als gevolg van het ontzeggen van de werking aan de vernietiging onbillijk wordt bevoordeeld. Het hof heeft echter zodanige bevoordeling van Rookie niet (kenbaar) aan zijn bedoelde oordeel ten grondslag gelegd. Aldus heeft het hof hetzij blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting, hetzij zijn oordeel ontoereikend gemotiveerd. De hierop gerichte klachten slagen dus eveneens.
3.5
De overige klachten van het middel kunnen niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie art. 81 lid 1 RO).

4.Beoordeling van het middel in het voorwaardelijke incidentele beroep

4.1
Hiervoor onder 3 is gebleken dat het middel in het principale beroep doel treft. Daarmee is de voorwaarde vervuld waaronder het incidentele beroep is ingesteld.
4.2
De klachten van het middel kunnen niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie art. 81 lid 1 RO).

5.Beslissing

De Hoge Raad:
in het principale beroep:
- vernietigt de arresten van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 28 april 2020 en 19 juli 2022;
- verwijst het geding naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ter verdere behandeling en beslissing;
- veroordeelt ABC Hekwerk c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Rookie begroot op € 7.225,24 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien ABC Hekwerk c.s. deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan;
in het incidentele beroep:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt ABC Hekwerk c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Rookie begroot op € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien ABC Hekwerk c.s. deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
9 februari 2024.

Voetnoten

1.Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 28 april 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1440.
2.Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 19 juli 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:2429.