ECLI:NL:HR:2024:1813

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 december 2024
Publicatiedatum
6 december 2024
Zaaknummer
22/03895
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietigingsprocedure in internationale arbitrage met betrekking tot onteigening op de Krim

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 december 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeit uit een eerdere uitspraak van het gerechtshof Den Haag van 19 juli 2022. De Russische Federatie, eiseres tot cassatie, heeft beroep ingesteld tegen het arrest van het hof, waarin Belbek c.s. als verweerders in cassatie optreden. Belbek c.s. hebben tevens incidenteel cassatieberoep ingesteld. Beide partijen hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak is behandeld door de advocaten van beide partijen, waarbij de conclusie van de Advocaat-Generaal B.J. Drijber strekte tot verwerping van zowel het principale als het incidentele cassatieberoep.

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het principale beroep van de Russische Federatie verworpen en deze veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, begroot op € 7.115,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Ook het incidentele beroep van Belbek c.s. is verworpen, waarbij zij zijn veroordeeld in de kosten van het geding, begroot op € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen worden voldaan. Deze uitspraak is gedaan in samenhang met andere zaken, waarin ook op dezelfde dag uitspraak is gedaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/03895
Datum6 december 2024
ARREST
In de zaak van
DE RUSSISCHE FEDERATIE,
zetelend te Moskou, Russische Federatie,
EISERES tot cassatie, verweerster in het incidentele cassatieberoep,
advocaten: [advocaat 1] en [advocaat 2],
tegen
1. AEROPORT BELBEK LLC,
gevestigd te Sevastopol, Krim,
2. [verweerder 2],
zonder bekende woon of verblijfplaats,
VERWEERDERS in cassatie, eisers in het incidentele cassatieberoep,
hierna gezamenlijk: Belbek c.s.,
advocaat: F.E. Vermeulen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar het arrest in de zaak 200.266.443/01 van het gerechtshof Den Haag van 19 juli 2022.
De Russische Federatie heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Belbek c.s. hebben incidenteel cassatieberoep ingesteld.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor Belbek c.s. mede door [betrokkene 1] en [betrokkene 2].
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.J. Drijber strekt tot verwerping van zowel het principale cassatieberoep als het incidentele cassatieberoep.
De advocaten van partijen hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen in het principale en in het incidentele beroep

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie). [1]

3.Beslissing

De Hoge Raad:
in het principale beroep:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt de Russische Federatie in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Belbek c.s. begroot op € 7.115,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris;
in het incidentele beroep:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt Belbek c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Russische Federatie begroot op € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Belbek c.s. deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, S.J. Schaafsma en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
6 december 2024.

Voetnoten

1.Deze zaak hangt samen met de zaken 22/03897, 22/03901 en 22/03902, waarin vandaag eveneens uitspraak is gedaan.