ECLI:NL:HR:2024:1289

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 september 2024
Publicatiedatum
23 september 2024
Zaaknummer
24/00378
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overname van tenuitvoerlegging van een in Moldavië opgelegde gevangenisstraf voor ontucht en kinderpornografie

In deze zaak gaat het om de overname van de tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf die in Moldavië is opgelegd aan een Nederlander. De veroordeelde, geboren in 1991, was veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar en zes maanden wegens ontucht, grooming en het verwerven en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen. De rechtbank Rotterdam had op 5 februari 2024 een verzoek van de Republiek Moldavië tot overname van de tenuitvoerlegging van deze straf behandeld. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie van de veroordeelde op 24 september 2024 beoordeeld. De advocaat R.A. Kaarls heeft namens de veroordeelde cassatiemiddelen voorgesteld, terwijl de advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer24/00378 W
Datum24 september 2024
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 5 februari 2024, nummer 10-751064-20, omtrent een verzoek van de Republiek Moldavië tot overname van de tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing
tegen
[veroordeelde],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1991,
hierna: de veroordeelde.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de veroordeelde. Namens deze heeft R.A. Kaarls, advocaat in ’s-Gravenhage, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
24 september 2024.