Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Procedure
2.Toepasselijk verdrag
3.Identiteit van de veroordeelde
4.Ontvankelijkheid officier van justitie
5.Genoegzaamheid van de stukken
- een gewaarmerkt afschrift van de uitspraak van het gerechtshof Chişinǎu van 20 juni 2017;
- een gewaarmerkt afschrift van de uitspraak van het Hooggerechtshof van Moldavië van 31 januari 2018;
- een gewaarmerkt afschrift van de brief van de rechtbank Chişinǎu van 13 augustus 2021 met nadere informatie omtrent de rechtsgang in Moldavië in de strafzaak van de veroordeelde;
- een afschrift van de brief van het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie van mei 2020 aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid met een strafadvies inzake de eventuele omzetting van de vrijheidsstraf opgelegd aan de veroordeelde bij het Moldavische vonnis;
- het proces-verbaal van de openbare terechtzitting van de meervoudige kamer voor
- de schriftelijke reactie van de officier van justitie te Rotterdam van 25 februari 2022;
- het proces-verbaal van de openbare terechtzitting van de meervoudige kamer voor strafzaken in de rechtbank Rotterdam van 14 april 2022;
- de uitspraak van deze rechtbank van 12 mei 2022;
- het arrest van de Hoge Raad van 29 november 2022;
- de brief van 11 januari 2024 van de raadsman, mr. R.A. Kaarls, aan de officier van justitie, met het verzoek de vordering tot tenuitvoerlegging in te trekken, althans ter terechtzitting de ontoelaatbaarheid hiervan te vorderen, met als bijlage de beslissing van de Commission for the Control of INTERPOL’s Files aangaande de verwijdering van Moldavische data betreffende [verdachte01] per februari 2023;
- de schriftelijke reactie van 15 januari 2024 van de officier van justitie, mr. H.A. van Wijk, aan de raadsman, die ertoe strekt dat de vordering tot tenuitvoerlegging niet zal worden ingetrokken;
- de reactie daarop van 11 januari 2024 van de raadsman, mr. R.A. Kaarls, met drie bijlagen;
- een afschrift van een schrijven in de Roemeense taal, op naam van de veroordeelde gesteld, door de raadsman op de terechtzitting overgelegd;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie van 10 januari 2024, betreffende de veroordeelde.
6.Beoordeling toelaatbaarheid
denial of justice. Er is geen sprake geweest van een eerlijk Moldavisch proces, welk proces voldeed aan de minimum vereisten zoals bedoeld in artikel 6 Europees verdrag inzake de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM). De veroordeelde is
in de eerste plaatsnimmer inhoudelijk verhoord en heeft geen bijstand van een tolk gehad bij politieverhoren en tijdens de zitting. Hij ontkent dat hij de Roemeense taal voldoende beheerst om de procedure te kunnen begrijpen.
In de tweede plaatsis hij ten tijde van de voorlopige hechtenis afgeperst, mishandeld, slachtoffer geworden van bedreiging, van aanranding en van discriminatie. Italië heeft zijn uitlevering aan Moldavië geweigerd op grond van artikel 3 EVRM.
In de derde plaatsis er vanaf 20 november 2015 geen relatie meer geweest met zijn advocaat, die hem afperste en financieel uitkneep. Hij is in augustus 2015 uit voorarrest vrijgelaten, met toestemming van de rechtbank van Chişinǎu naar Nederland gegaan en in november 2015 heeft hij zich weer bij de rechtbank van Chişinǎu gemeld. De zitting is toen niet doorgegaan en nadien heeft hij geen oproepingen meer ontvangen. Deze zijn gestuurd naar een adres in Moldavië waar hij niet verbleef. De procedure is buiten zijn aanwezigheid gevoerd en zijn advocaat heeft hem niet vertegenwoordigd. Hij is door de Moldavische autoriteiten ook niet op de hoogte gebracht van de veroordeling in Moldavië.
denial of justicewordt volgens de verdediging bevestigd door de beslissing van de
Commission for the Control of INTERPOL’s Files(hierna: CCF). Deze commissie heeft geoordeeld dat er geen sprake is geweest van een eerlijk proces en dat de veroordeelde aan het risico van onmenselijke behandeling blootstaat bij uitlevering aan Moldavië. De CCF heeft geconcludeerd dat “
the data concerning the Applicant are not compliant with INTERPOL’s rules applicable to the processing of personal data, and that they shall be deleted from INTERPOL’s files”.
In de eerste plaatsvanwege een flagrante miskenning van fundamentele beginselen van een behoorlijke strafrechtspleging en
in de tweede plaatswanneer de tenuitvoerlegging in strijd zou zijn met de grondbeginselen van de Nederlandse rechtsorde als bedoeld in artikel 6, aanhef en onder a, van het Europees Verdrag inzake de internationale geldigheid van strafvonnissen (hierna: EVIG). In dat geval zal ook een belangenafweging moeten worden gemaakt als bedoeld in artikel 30, aanhef en sub d WOTS. De rechtbank heeft de ontoelaatbaarverklaring onvoldoende gemotiveerd omdat zij beide gronden onvoldoende heeft onderscheiden en ten onrechte niet heeft meegewogen dat de rechtbank en het hof van Chişinǎu hebben geoordeeld dat de veroordeelde de Roemeense taal voldoende begrijpt. Er is sprake noch van een flagrante miskenning van fundamentele beginselen van een behoorlijke rechtspleging noch van strijd met de grondbeginselen van de Nederlandse rechtsorde.
flagrant denial of justiceen waaruit volgt dat sprake moet zijn van een zodanige inbreuk op het door artikel 6 lid 1 EVRM gegarandeerde recht op een eerlijk proces dat sprake is van “
a nullification, or destruction of the very essence” van dat recht.
in absentia), zonder mogelijkheid van een nieuwe procedure over de inhoud (
the merits) van de zaak, tenzij de beschuldigde uitdrukkelijk afstand heeft gedaan van dat recht of zich aan de berechting heeft onttrokken (o.a. Hokkeling tegen Nederland, 30749/12, overweging 55). Daarvan is ook sprake in het geval van opzettelijke en systematische weigering om de veroordeelde toegang te verschaffen tot een advocaat, in het bijzonder in het geval waarin iemand in het buitenland is gedetineerd. Een veroordeling zonder bijstand van een tolk wordt door het EHRM niet genoemd, maar ook een behandeling van een zaak in aanwezigheid van de beschuldigde in een taal die hij niet verstaat, zonder bijstand van een tolk terwijl hij evenmin wordt bijgestaan door een onafhankelijke advocaat is, naar het oordeel van de rechtbank, een flagrante miskenning van fundamentele beginselen van een behoorlijke rechtspleging.
a nullification, or destruction of the very essence” van het recht op een eerlijk proces geen sprake. De rechtbank verwerpt in zoverre het verweer van de veroordeelde.
7.Toelaatbaarheid
- de veroordeelde heeft in Nederland zijn vaste woonplaats;
- het vonnis van de rechtbank Chişinǎu van 9 november 2016 is onherroepelijk;
- het vonnis, waarvan de tenuitvoerlegging wordt verzocht, is gewezen ter zake van feiten die naar Moldavisch recht strafbaar zijn, te weten als:
8.Strafmotivering
9.Toepasselijke artikelen
10.Beslissing
7 (zeven) maanden;