ECLI:NL:HR:2023:744

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 mei 2023
Publicatiedatum
19 mei 2023
Zaaknummer
21/05331
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over levenslange gevangenisstraf in liquidatiezaak met Ennetcom-data

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 mei 2023 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft liquidaties in het criminele milieu die plaatsvonden in 2015 en 2016 in Kerkdriel, Krommenie en Amsterdam. De verdachte is veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf voor het medeplegen van moord, zoals omschreven in artikel 289 van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad heeft verschillende cassatiemiddelen beoordeeld, waaronder het verzoek om inzage in Ennetcom-accounts en een getuigenverzoek. De Hoge Raad heeft het verzoek tot inzage in de Ennetcom-data afgewezen, evenals het getuigenverzoek, omdat de getuige niet binnen afzienbare termijn kan worden gehoord. De Hoge Raad heeft ook de bewijsklachten beoordeeld, waarbij de vraag aan de orde kwam of het daderschap van de verdachte uit de bewijsvoering kon worden afgeleid en of de levenslange gevangenisstraf in strijd is met artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof en dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak is overschreden. De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer21/05331
Datum23 mei 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 23 december 2021, nummer 21-003615-19, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft D.N. de Jonge, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsvrouw van de verdachte heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof

De verdachte bevindt zich in voorlopige hechtenis. De Hoge Raad doet uitspraak nadat meer dan zestien maanden zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Dat brengt mee dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 lid 1 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden is overschreden. Omdat de opgelegde levenslange gevangenisstraf zich naar haar aard niet voor vermindering leent, volstaat de Hoge Raad met het oordeel dat de redelijke termijn is overschreden.

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en T. Kooijmans, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
23 mei 2023.