Uitspraak
1.Procesverloop
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel
levensgevaar’ voor betrokkene als bedoeld in art. 2:1 lid 6, aanhef en onder b, Wvggz. Voor zover het oordeel van de rechtbank berust op de overweging dat betrokkene in juni 2021 en december 2021 opgenomen is geweest in verband met katatonie en dat de katatonie in december 2021 zonder opname fataal had kunnen aflopen, ziet het eraan voorbij dat deze omstandigheden niet meebrengen dat sprake is van ‘
acuutlevensgevaar’ voor betrokkene als bedoeld in art. 2:1 lid 6, aanhef en onder b, Wvggz, mede in aanmerking genomen dat bij de mondelinge behandeling bij de rechtbank in september 2022 namens betrokkene is aangevoerd dat hij geen medicatie gebruikt en sinds negen maanden niet meer in een katatone toestand is geraakt.
4.Beslissing
12 mei 2023.