Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Uitgangspunten in cassatie
De personenauto’s beschikken elk over twee brandstoftanks waardoor zij kunnen rijden op ofwel benzine ofwel samengeperst aardgas hoofdzakelijk bestaande in methaan (Compressed Natural Gas; hierna: CNG), ook wel aangeduid als aardgas.
De CO2-uitstoot van de personenauto’s is bij rijden op CNG lager dan bij rijden op benzine. Voor het type V60 is op de kentekenbewijzen een CO2-uitstoot vermeld van 182 gram per kilometer op basis van benzine en van 152 gram per kilometer op basis van CNG. Voor het type V70 is een CO2-uitstoot vermeld van 189 gram per kilometer op basis van benzine en van 157 gram per kilometer op basis van CNG.
Verder heeft de RDW voor de personenauto’s van het type V60 in het kentekenregister een CO2-uitstoot van 182 gram per kilometer vermeld en voor de personenauto’s van het type V70 een CO2-uitstoot van 189 gram per kilometer. Deze gegevens over CO2-uitstoot corresponderen met de gegevens die zijn vermeld in de hiervoor in 2.2 bedoelde EG-typegoedkeuring, dat wil zeggen de volgens die typegoedkeuring gemeten CO2-uitstoot op basis van een benzinemotor. De RDW heeft de op de Zweedse kentekenbewijzen vermelde CO2-uitstootgegevens op basis van CNG niet in het kentekenregister opgenomen.
De Inspecteur heeft zich op het standpunt gesteld dat moet worden uitgegaan van de CO2-uitstoot in gram per kilometer op basis van benzine. In verband daarmee heeft hij op 17 juli 2018 de onderhavige naheffingsaanslagen opgelegd.
3.De oordelen van het Hof
4.Beoordeling van het middel
Daarvan uitgaande, en gelet op hetgeen hiervoor in 4.2 is overwogen, heeft het Hof terecht geoordeeld dat in dit geval op grond van artikel 9, lid 11, van de Wet de CO2-uitstoot op basis van aardgas voorrang heeft.
Het daarop volgende oordeel van het Hof dat de Zweedse kentekenbewijzen in dit geval de enige kenbron van de CO2-uitstoot op basis van aardgas in de zin van artikel 6a van de Uitvoeringsregeling zijn, is juist. [6] Het Hof heeft daaraan terecht de slotsom verbonden dat belanghebbende bij de berekening van de verschuldigde bpm mocht uitgaan van de gegevens over de CO2-uitstoot op die kentekenbewijzen.