Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Beslissing
11 april 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 april 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte was eerder veroordeeld voor het rijden met een ongeldig verklaard rijbewijs. De Hoge Raad moest beoordelen of de verdachte wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard, gezien de omstandigheden dat hij eerder was veroordeeld en zijn rijbewijs al lange tijd ongeldig was. De Hoge Raad oordeelde dat de bewijsmiddelen niet voldoende waren om te concluderen dat de verdachte op de hoogte was van de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs. Dit leidde tot de conclusie dat het cassatiemiddel slaagde.
Daarnaast werd er een onvolkomenheid geconstateerd bij de beëdiging van een van de raadsheren van het hof, maar de Hoge Raad oordeelde dat dit geen verdere bespreking behoefde, verwijzend naar een eerder arrest. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het hof, maar alleen voor wat betreft de beslissingen over het tweede tenlastegelegde feit en de strafoplegging. De zaak werd terugverwezen naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch voor herbehandeling.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van voldoende bewijs voor de kennis van de verdachte over de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs en de procedurele zorgvuldigheid bij de beëdiging van raadsheren.