ECLI:NL:HR:2023:52
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard in belastingzaak van erfgenamen
In deze zaak hebben de erfgenamen van [A], woonachtig te [Z], beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 13 mei 2022, nr. 21/713 AOW. Dit beroep volgde op een hoger beroep van de erflater tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. 20/3671) betreffende een besluit van de Sociale Verzekeringsbank ingevolge de Algemene Ouderdomswet. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en vastgesteld dat de klachten over de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep niet kunnen slagen. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen om een advies uit te brengen, maar de Hoge Raad heeft besloten om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals voorzien in artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Het arrest is openbaar uitgesproken op 20 januari 2023.