ECLI:NL:HR:2023:297

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 februari 2023
Publicatiedatum
23 februari 2023
Zaaknummer
22/00189
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de uitleg van een overeenkomst in het vermogensrecht met betrekking tot Haviltex

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de curatoren in het faillissement van de vennootschap naar Belgisch recht JACQUI HOES B.V.B.A. tegen de arresten van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De Hoge Raad heeft op 24 februari 2023 uitspraak gedaan in deze zaak, die onder nummer 22/00189 valt. De curatoren hebben beroep in cassatie ingesteld tegen de arresten van het hof van 18 mei 2021 en 19 oktober 2021, waarbij [verweersters] voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep hebben ingesteld. De Hoge Raad heeft de klachten van de curatoren beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de arresten van het hof. De Hoge Raad heeft daarbij geen motivering hoeven geven, omdat de klachten niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Het incidentele beroep behoeft geen behandeling, aangezien het was ingesteld onder de voorwaarde dat het principale beroep tot vernietiging zou leiden.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het principale beroep verworpen en de curatoren veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 7.115,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan. Deze uitspraak is gedaan door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide, en openbaar uitgesproken door raadsheer F.J.P. Lock.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/00189
Datum24 februari 2023
ARREST
In de zaak van
1. B. MAILLIEUX,
2. F.B.R.J. RUYSSCHAERT,
3. M.L.A.G. BERNAERTS,
in hun hoedanigheid van curatoren in het faillissement van de vennootschap naar Belgisch recht JACQUI HOES B.V.B.A.,
allen kantoorhoudende in Genk, België,
EISERS tot cassatie, verweerders in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep,
hierna gezamenlijk: de curatoren,
advocaat: K. Aantjes,
tegen
1. [verweerster 1] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. TELSTAR B.V.,
gevestigd te Weert,
VERWEERSTERS in cassatie, eiseressen in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep,
hierna gezamenlijk: [verweersters],
advocaat: H.J.W. Alt.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding na verwijzing verwijst de Hoge Raad naar:
a. zijn arrest in de zaak 17/04338 van 2 november 2018 (ECLI:NL:HR:2018:2043);
b. de arresten in de zaak 200.268.199 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 december 2019, 18 mei 2021 en 19 oktober 2021.
De curatoren hebben tegen de arresten van het hof van 18 mei 2021 en 19 oktober 2021 beroep in cassatie ingesteld.
[verweersters] hebben voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld.
Partijen hebben over en weer een verweerschrift tot verwerping van het beroep ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekt tot verwerping van het principale cassatieberoep.
De advocaat van de curatoren heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel in het principale beroep

De Hoge Raad heeft de klachten over de arresten van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de arresten. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
Het incidentele beroep, dat is ingesteld onder de voorwaarde dat het middel in het principale beroep tot vernietiging van de arresten van het hof leidt, behoeft gelet op hetgeen hiervoor is overwogen geen behandeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het principale beroep;
- veroordeelt de curatoren in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweersters] begroot op € 7.115,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien de curatoren deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, H.M. Wattendorff en A.E.B. ter Heide, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
24 februari 2023.