ECLI:NL:GHARL:2021:9836
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwikkeling van de onrechtmatige toe-eigening van een muziekcatalogus en de hoogte van de schade door ten onrechte ontvangen royalty’s
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, gaat het om de afwikkeling van de onrechtmatige toe-eigening van een muziekcatalogus. De curatoren van de failliete vennootschap [naam1] B.V.B.A. hebben hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Roermond, waarin de hoogte van de schade door ten onrechte ontvangen royalty’s aan de orde was. Het hof heeft in een eerder tussenarrest partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de hoogte van de vordering van de geïntimeerden, die de curatoren betwisten. De curatoren stellen dat de grondslag van de vordering onduidelijk is en dat de hoogte van het gevorderde bedrag niet vaststaat. Het hof heeft in zijn arrest van 18 mei 2021 geoordeeld dat er geen sprake was van verjaring van de vordering tot afgifte van de Oude Catalogus en dat de curatoren onvoldoende onderbouwing hebben gegeven voor hun verweer tegen de vordering van de geïntimeerden. Het hof heeft vastgesteld dat de curatoren niet hebben aangetoond dat de berekening van de ontvangen royalty’s onjuist is en dat zij niet hebben onderbouwd dat er kosten zijn gemaakt die in mindering moeten worden gebracht op het verschuldigde bedrag. Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en de curatoren in de kosten van het hoger beroep veroordeeld.