Uitspraak
1.Procesverloop
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
10 februari 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 februari 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging op basis van een medische verklaring. De zaak betreft een verzoek van de officier van justitie om een aansluitende zorgmachtiging voor betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis. De rechtbank Amsterdam had op 20 juli 2022 een zorgmachtiging verleend voor de duur van twee maanden, maar de advocaat van betrokkene voerde aan dat de medische verklaring niet actueel was en mogelijk vals gedateerd. De rechtbank had tijdens de mondelinge behandeling contact opgenomen met een psychiater die de medische verklaring had opgesteld, maar deze psychiater bleek op de datum van de verklaring verlof te hebben gehad. Dit leidde tot twijfels over de juistheid van de medische verklaring. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank niet had mogen afgaan op de verklaring van een psychiater in opleiding en dat er geen geldige medische verklaring beschikbaar was op het moment van de beslissing. Hierdoor was niet voldaan aan de wettelijke eisen voor het verlenen van een zorgmachtiging. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van de rechtbank en wees de zaak terug voor verdere behandeling.