Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
22 december 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 december 2023 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van Pluvezo B.V. tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft de vraag of de voormalige bestuurders van Pluvezo niet-behoorlijk hebben gehandeld in de zin van artikel 2:9 van het Burgerlijk Wetboek. Dit is relevant in het kader van de decharge die aan het bestuur is verleend bij de goedkeuring van de jaarrekening. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken, waaronder het arrest van 4 oktober 2019 (ECLI:NL:HR:2019:1489), waarin de context van de decharge en de verantwoordelijkheden van bestuurders zijn besproken.
De Hoge Raad heeft de klachten van Pluvezo over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van Pluvezo verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 7.115,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.