ECLI:NL:HR:2023:1589

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 november 2023
Publicatiedatum
16 november 2023
Zaaknummer
22/04255
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen afwijzing verzoek tot heropening van de behandeling van de zaak

In deze zaak heeft Taxi Horn Tours B.V. (hierna: THT) cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 16 augustus 2022 is gewezen. THT had eerder een verzoek tot heropening van de behandeling van de zaak ingediend, maar dit verzoek werd afgewezen door het hof nadat de datum voor het arrest was vastgesteld. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de klachten van THT over het arrest van het hof onderzocht. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van het arrest, en dat het niet nodig was om te motiveren waarom dit oordeel was genomen. Dit oordeel was gebaseerd op artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat de Hoge Raad niet hoeft in te gaan op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht.

De Hoge Raad heeft het cassatieberoep van THT verworpen en THT veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De kosten aan de zijde van de verweerster zijn begroot op € 2.845,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente indien THT deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak heeft voldaan. Het arrest is gewezen door de vicepresident en raadsheren van de Hoge Raad en openbaar uitgesproken op 17 november 2023.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/04255
Datum17 november 2023
ARREST
In de zaak van
TAXI HORN TOURS B.V.,
gevestigd te Horn,
EISERES tot cassatie,
hierna: THT,
advocaat: J. van Weerden,
tegen
de maatschap [verweerster],
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: [verweerster],
advocaat: P.A. Fruytier.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak 7341017 \ CV EXPL 18-7817 van de rechtbank Limburg van 15 januari 2020;
b. de arresten in de zaak 200.277.523/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 4 augustus 2022 en 16 augustus 2022.
THT heeft tegen het arrest van het hof van 16 augustus 2022 beroep in cassatie ingesteld.
[verweerster] hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor [verweerster] toegelicht door haar advocaat, en mede door J.P. Jas.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt THT in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 2.845,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien THT deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren C.H. Sieburgh en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
17 november 2023.