ECLI:NL:HR:2023:1016

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 juli 2023
Publicatiedatum
30 juni 2023
Zaaknummer
22/04840
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en terugwijzing van beschikking inzake klaagschrift op basis van beslag door Belgische autoriteiten

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 juli 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 19 december 2022. De zaak betreft een klaagschrift dat door de klaagster is ingediend naar aanleiding van een beslag dat door Belgische autoriteiten was gelegd op diverse goederen onder een derde. De klaagster, geboren in 1988, heeft het klaagschrift ingediend op basis van artikel 5.4.10.1 in verbinding met artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. De advocaat J.J.J. van Rijsbergen heeft namens de klaagster een cassatiemiddel voorgesteld, waarin werd geklaagd dat de behandeling van het klaagschrift nietig was omdat deze niet in het openbaar had plaatsgevonden. De advocaat-generaal P.M. Frielink heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en terugwijzing naar de rechtbank voor een nieuwe behandeling van het klaagschrift. De Hoge Raad heeft het cassatiemiddel gegrond verklaard en vernietigt de beschikking van de rechtbank. De zaak wordt terugverwezen naar de rechtbank Zeeland-West-Brabant voor een nieuwe behandeling en afdoening van het klaagschrift. Deze uitspraak is gedaan door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, samen met de raadsheren M.J. Borgers en T. Kooijmans, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer22/04840 Br
Datum4 juli 2023
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 19 december 2022, nummer RK 22/025801, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 5.4.10 in verbinding met artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klaagster],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,
hierna: de klaagster.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klaagster. Namens deze heeft J.J.J. van Rijsbergen, advocaat te Breda, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal P.M. Frielink heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot terugwijzing van de zaak naar de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, teneinde op het bestaande klaagschrift opnieuw te worden behandeld en afgedaan.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt dat de behandeling van het klaagschrift nietig is omdat deze niet in het openbaar heeft plaatsgevonden.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in de beschikking die de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak 22/04902 Br, ECLI:NL:HR:2023:1011.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de beschikking van de rechtbank;
- wijst de zaak terug naar de rechtbank Zeeland-West-Brabant, opdat de zaak opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren M.J. Borgers en T. Kooijmans, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
4 juli 2023.