ECLI:NL:HR:2022:914

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 juni 2022
Publicatiedatum
21 juni 2022
Zaaknummer
20/02822
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid cassatieberoep inzake profijtontneming uit hennepteelt

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 juni 2022 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een cassatieberoep in een strafzaak betreffende profijtontneming uit hennepteelt. Het beroep in cassatie was ingesteld door de betrokkene, vertegenwoordigd door advocaat S. Ben Tarraf. De advocaat-generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de betrokkene in het beroep. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de raadsman een schriftelijke bijzondere volmacht tot het instellen van cassatie heeft verzonden naar de strafgriffie van de Hoge Raad, maar niet naar de griffie van het gerecht dat de beslissing heeft gegeven, zoals vereist volgens artikel 449.1 van het Wetboek van Strafvordering. Hierdoor is het beroep niet op rechtsgeldige wijze ingesteld. De Hoge Raad heeft de betrokkene niet-ontvankelijk verklaard in het cassatieberoep, en dit arrest is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, met de waarnemend griffier aanwezig tijdens de openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer20/02822 P
Datum21 juni 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 28 augustus 2020, nummer 21-006324-19, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste
van
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972,
hierna: de betrokkene.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft S. Ben Tarraf, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de betrokkene in het beroep.

2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

De Hoge Raad kan het cassatieberoep van de betrokkene niet in behandeling nemen. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 5 tot en met 8 en 10.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en M. Kuijer, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
21 juni 2022.