In deze zaak heeft verzoekster, woonachtig te Den Haag, cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De Hoge Raad heeft de beschikking van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten van verzoekster niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad heeft daarbij geen motivering hoeven geven, omdat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De zaak betreft het verschoningsrecht van een FIOD-ambtenaar in een civiele procedure, en is een vervolg op een eerdere uitspraak van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2018:1433). De Hoge Raad heeft de verzoeken van Box Consultants c.s. om het beroep te verwerpen, gehonoreerd. De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekte ook tot verwerping van het cassatieberoep. De advocaten van verzoekster hebben schriftelijk op deze conclusie gereageerd.
De Hoge Raad heeft in zijn beslissing de kosten van het geding in cassatie aan verzoekster opgelegd, begroot op € 902,34 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris. De beschikking is gegeven door de vicepresident en een aantal raadsheren, en is openbaar uitgesproken door raadsheer H.M. Wattendorff.