ECLI:NL:HR:2022:393

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 maart 2022
Publicatiedatum
17 maart 2022
Zaaknummer
20/03473
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over boetebeding en procesrechtelijke klachten

In deze zaak heeft Holland Capital Partners B.V. (HCP) cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. HCP, vertegenwoordigd door advocaten J.P. Heering en H. Boom, betwistte de beslissing van het hof, terwijl MN Services N.V. (MN), met advocaten J.W.M.K. Meijer en G.J. Harryvan, een verweerschrift indiende. De zaak werd verder toegelicht door de advocaten van beide partijen, waarbij G.J. Standhardt ook HCP bijstond. De Advocaat-Generaal T. Hartlief adviseerde om het cassatieberoep te verwerpen.

De Hoge Raad heeft het procesverloop in deze zaak in overweging genomen, inclusief eerdere arresten die relevant zijn voor de beoordeling. De Hoge Raad heeft de klachten van HCP over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad oordeelde dat het niet nodig was om te motiveren waarom dit oordeel is gegeven, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bepaald in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van HCP verworpen en HCP veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 6.971,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan. Dit arrest is uitgesproken op 18 maart 2022 door de vicepresident M.J. Kroeze en raadsheren H.M. Wattendorff en F.J.P. Lock.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer20/03473
Datum18 maart 2022
ARREST
In de zaak van
HOLLAND CAPITAL PARTNERS B.V.,
gevestigd te Bussum,
EISERES tot cassatie,
hierna: HCP,
advocaten: J.P. Heering en H. Boom,
tegen
MN SERVICES N.V.,
gevestigd te Den Haag,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: MN,
advocaten: J.W.M.K. Meijer en G.J. Harryvan.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding tot dusver verwijst de Hoge Raad naar:
zijn arrest in de zaak 17/01261, ECLI:NL:HR:2018:1783 van 28 september 2018;
het arrest in de zaak 200.258.818/01 van het gerechtshof Amsterdam van 28 juli 2020.
HCP heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
MN heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, en voor HCP mede door G.J. Standhardt.
De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaten van HCP hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt HCP in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van MN begroot op € 6.971,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien HCP deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren H.M. Wattendorff en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op
18 maart 2022.