ECLI:NL:HR:2022:178
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard in belastingzaak tegen de Sociale Verzekeringsbank
In deze zaak hebben de belanghebbenden, [X1] en [X2], beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 26 februari 2021. Deze uitspraak betrof hoger beroepen van de belanghebbenden tegen eerdere uitspraken van de Rechtbank Midden-Nederland, die betrekking hadden op besluiten van de Sociale Verzekeringsbank ingevolge de Algemene Ouderdomswet. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en vastgesteld dat het beroep duidelijk niet kan slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft ook de proceskosten beoordeeld en gezien dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing is genomen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, samen met de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en M.T. Boerlage. Het arrest is openbaar uitgesproken op 11 februari 2022.