Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
15 november 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 november 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 6 november 2020. De verdachte, geboren in 1991, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. Echter, voorafgaand aan de terechtzitting op 23 oktober 2020 had de verdachte het hoger beroep ingetrokken. De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens concludeerde tot vernietiging van de uitspraak van het hof en stelde dat het hoger beroep tijdig was ingetrokken. De Hoge Raad oordeelde dat het hof de zaak ten onrechte had behandeld, aangezien het hoger beroep inderdaad was ingetrokken. De Hoge Raad heeft de zaak zelf afgedaan en vastgesteld dat het hoger beroep tijdig was ingetrokken, waarbij de redenen voor deze beslissing zijn uiteengezet in de conclusie van de advocaat-generaal. De uitspraak van het hof is vernietigd en de Hoge Raad heeft bevestigd dat het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank tijdig is ingetrokken.