ECLI:NL:HR:2022:1378
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de verzekeringsplicht voor de Algemene Ouderdomswet van een belanghebbende woonachtig op Bonaire
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 oktober 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de verzekeringsplicht voor de Algemene Ouderdomswet (AOW) van een belanghebbende die op Bonaire woonde. De belanghebbende, geboren in 1952, had op 13 december 2018 een aanvraag voor AOW ingediend bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB), maar deze aanvraag werd afgewezen. De SVB stelde dat de belanghebbende niet verzekerd was voor de AOW omdat zij minder dan een jaar in het Europese deel van Nederland woonde op het moment dat zij de pensioengerechtigde leeftijd bereikte. De Centrale Raad van Beroep bevestigde deze afwijzing en oordeelde dat onder 'Nederland' in de zin van de AOW alleen het Europese deel van Nederland valt.
De belanghebbende stelde in cassatie dat Bonaire sinds 10 oktober 2010 onderdeel uitmaakt van Nederland en dat er geen onderscheid gemaakt wordt tussen het Europese en Caribische deel van Nederland in de AOW. De Hoge Raad heeft echter geoordeeld dat de AOW niet van toepassing is in de openbare lichamen en dat de wetgeving duidelijk maakt dat met 'Nederland' enkel het Europese deel wordt bedoeld. De Hoge Raad verwierp de klacht van de belanghebbende en verklaarde het beroep in cassatie ongegrond. De Hoge Raad zag geen aanleiding om de proceskosten te vergoeden.