In deze zaak heeft Deloitte Accountants B.V. (hierna: Deloitte) cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het hof had eerder een uitspraak gedaan in een vrijwaringszaak die samenhangt met een hoofdzaak. De Hoge Raad heeft het procesverloop in feitelijke instanties uiteengezet, waarbij verwezen wordt naar eerdere vonnissen en arresten, waaronder een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 19 juli 2017 en een arrest van het hof van 24 maart 2020.
Deloitte heeft in cassatie klachten ingediend tegen het arrest van het hof, maar de Hoge Raad heeft deze klachten beoordeeld en geconcludeerd dat ze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven voor deze beslissing, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het cassatieberoep van Deloitte verworpen en Deloitte veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerders in cassatie, HHI c.s., zijn begroot op nihil. Dit arrest is uitgesproken op 4 februari 2022.