ECLI:NL:HR:2022:113

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 februari 2022
Publicatiedatum
3 februari 2022
Zaaknummer
20/02555
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vernietiging van arbitraal vonnis en onafhankelijkheid van arbiters

In deze zaak hebben eisers, waaronder [eiser 1] en AMSTELBOATS B.V., beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. Dit arrest, dat op 19 mei 2020 is gewezen, betreft een vordering tot vernietiging van een arbitraal vonnis. De eisers hebben hun beroep in cassatie ingediend na het indienen van een verweerschrift door de Gemeente Amsterdam en Stichting Waternet, gezamenlijk aangeduid als de Gemeente c.s. De advocaat van de Gemeente c.s., F.E. Vermeulen, heeft de zaak toegelicht, met ondersteuning van P.E. Ernste. De Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van de eisers schriftelijk heeft gereageerd.

De Hoge Raad heeft de klachten van de eisers over het arrest van het hof beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. Het is niet nodig om de redenen voor dit oordeel te motiveren, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bepaald in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en de eisers veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Gemeente c.s. zijn begroot op € 902,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen op 4 februari 2022.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer20/02555
Datum4 februari 2022
ARREST
In de zaak van
1. [eiser 1],
wonende te [woonplaats],
2. AMSTELBOATS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
EISERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: [eisers],
advocaat: M.E. Bruning,
tegen
1. GEMEENTE AMSTERDAM,
zetelende te Amsterdam,
2. STICHTING WATERNET,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: de Gemeente c.s.,
advocaat: F.E. Vermeulen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar het arrest in de zaak 200.245.164/01 van het gerechtshof Amsterdam van 19 mei 2020.
[eisers] hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De Gemeente c.s. hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor de Gemeente c.s. toegelicht door haar advocaat, en mede door P.E. Ernste.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eisers] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt [eisers] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente c.s. begroot op € 902,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, C.H. Sieburgh en A.E.B. ter Heide, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op
4 februari 2022.