ECLI:NL:HR:2022:101
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake informatiebeschikking
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 januari 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 maart 2021. De zaak betreft een beroep in cassatie van belanghebbende, vertegenwoordigd door G.J.M.E. de Bont en D.J.E. de Kruif, tegen de Staatssecretaris van Financiën. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld naar aanleiding van een middel dat door belanghebbende is voorgesteld. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend, en de zaak is door de vertegenwoordigers van belanghebbende toegelicht.
De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet kan leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Daarnaast heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard, waarmee de uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft.