ECLI:NL:HR:2021:985

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 juni 2021
Publicatiedatum
24 juni 2021
Zaaknummer
20/00003
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over bescherming persoonsgegevens en afgifte van naam- en adresgegevens in verband met illegaal downloaden

In deze zaak heeft Dutch Filmworks B.V. (DFW) cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. DFW vorderde de afgifte van naam- en adresgegevens van klanten van internetserviceprovider Ziggo in verband met illegaal downloaden. Ziggo c.s. hebben voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad heeft de klachten van DFW over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft daarbij geen motivering hoeven geven, omdat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

De Hoge Raad heeft het principale beroep van DFW verworpen en DFW veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Ziggo c.s. zijn begroot op € 882,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien DFW deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak heeft voldaan. Dit arrest is gewezen op 25 juni 2021 en openbaar uitgesproken door raadsheer H.M. Wattendorff.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer20/00003
Datum25 juni 2021
ARREST
In de zaak van
DUTCH FILMWORKS B.V.,
gevestigd te Utrecht,
EISERES tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijk incidentele cassatieberoep,
hierna: DFW,
advocaat: A.M. van Aerde,
tegen
1. ZIGGO B.V.,
gevestigd te Utrecht,
2. ZIGGO SERVICES B.V.,
gevestigd te Utrecht,
VERWEERSTERS in cassatie, eiseressen in het voorwaardelijk incidentele cassatieberoep,
hierna gezamenlijk: Ziggo c.s.,
advocaten: S.M. Kingma en J.W. de Jong.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
het vonnis in de zaak C/16/470951 / KG ZA 18-741 van de voorzieningenrechter in de rechtbank Midden-Nederland van 8 februari 2019;
het arrest in de zaak 200.256.426 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 5 november 2019.
DFW heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Ziggo c.s. hebben voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld.
Partijen hebben over en weer een verweerschrift tot verwerping van het beroep ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, en voor DFW mede door N.M. Bilderbeek.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.J. Drijber strekt tot verwerping van het principale cassatieberoep.
De advocaten van partijen hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel in het principale beroep

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
Het incidentele beroep, dat is ingesteld onder de voorwaarde dat het middel in het principale beroep tot vernietiging van het arrest van het hof leidt, behoeft gelet op hetgeen hiervoor is overwogen geen behandeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het principale beroep;
  • veroordeelt DFW in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Ziggo c.s. begroot op € 882,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien DFW deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de president G. de Groot als voorzitter, de vicepresident M.V. Polak en de raadsheren M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op
25 juni 2021.