Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van DFW met producties (1-19),
- een conclusie van antwoord van Ziggo c.s. met producties (1-5),
- de fax van 18 januari 2019 van Ziggo c.s. met aanvullende producties (6-9),
- de mondelinge behandeling op 21 januari 2019,
- de pleitnota van DFW,
- de pleitnota van Ziggo c.s..
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
spoedeisend belang
civielrechtelijkeregeling gemaakt heeft die een provider als Ziggo c.s. onder omstandigheden verplicht tot afgifte van klantgegevens. Naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter betekent dit echter niet, zoals door Ziggo c.s. wel is betoogd, dat het op artikel 6:162 BW gebaseerde en door de Hoge Raad als juist bevonden criterium zoals genoemd in het arrest Lycos/ [naam] , daarmee niet meer van toepassing is. Dit geldt te meer, omdat er geen aanleiding is om aan te nemen dat het door de Hoge Raad bekrachtigde criterium in conflict komt met de uitlegging van de in Promusicae/Telefónica genoemde diverse Europese richtlijnen, grondrechten of andere algemene beginselen van gemeenschapsrecht en het Hof verder ook nadrukkelijk geoordeeld heeft dat het verstrekken van persoonsgegevens ter bescherming van het auteursrecht niet is uitgesloten.
930,00