ECLI:NL:HR:2021:703
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over tweemaal geheven griffierecht in belastingzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 mei 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de heffing van griffierecht in een belastingzaak. De belanghebbende, vertegenwoordigd door J.M.C. Niederer, had beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 6 oktober 2020. Deze uitspraak betrof een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting van de gemeente Alkmaar. De belanghebbende stelde dat het Hof ten onrechte tweemaal griffierecht had geheven voor het hoger beroep, terwijl het hoger beroep gericht was tegen één uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland. De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank in één geschrift had geoordeeld, wat betekent dat er slechts eenmaal griffierecht verschuldigd was. De Hoge Raad concludeerde dat het middel van de belanghebbende slaagde, omdat de griffier van het Hof ten onrechte tweemaal griffierecht had geheven, en vernietigde de uitspraak van het Hof op dit punt. Het griffierecht voor het hoger beroep werd vastgesteld op € 128. De Hoge Raad oordeelde verder dat de kosten voor rechtsbijstand in cassatie niet voor vergoeding in aanmerking kwamen, omdat de belanghebbende het probleem van de te hoge griffierechtheffing niet eerder bij het Hof had aangekaart. De Hoge Raad droeg het dagelijks bestuur van Cocensus op om het teveel betaalde griffierecht van € 131 aan de belanghebbende te vergoeden.