Uitspraak
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam(hierna: het College) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Den Haagvan 11 oktober 2016, nrs. BK‑15/00430 tot en met BK-15/00433, op het hoger beroep van de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam (hierna: de heffingsambtenaar) tegen een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam (nrs. ROT 13/789, ROT 14/7447, ROT 14/7446 en ROT 14/7444) betreffende de ten aanzien van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) genomen beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2012 van de gemeente Rotterdam betreffende de onroerende zaken [a-straat] 19A, 19B1, 21A1 en 21B te [Q] (hierna: de onroerende zaken). De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.