ECLI:NL:HR:2021:405

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 maart 2021
Publicatiedatum
17 maart 2021
Zaaknummer
20/03183
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Den Haag over onroerendezaakbelastingen en Wet waardering onroerende zaken

In deze zaak heeft het dagelijks bestuur van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 4 augustus 2020, nr. BK-19/00399. Dit hoger beroep volgde op een eerdere uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 19/153) die betrekking had op een beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Katwijk voor het jaar 2018, specifiek voor de onroerende zaak gelegen aan [a-straat 1] te [Z]. De Hoge Raad heeft de middelen die door het dagelijks bestuur zijn voorgesteld beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat deze niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad heeft in dit geval geen verdere motivering hoeven geven, aangezien de beoordeling van de middelen niet noodzakelijkerwijs vragen opriep die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie.

De Hoge Raad heeft ook beslist over de proceskosten en heeft het dagelijks bestuur van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De kosten voor de beroepsmatig verleende rechtsbijstand zijn vastgesteld op € 1.068. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 19 maart 2021 door de raadsheer M.A. Fierstra als voorzitter, samen met de raadsheren J. Wortel en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren. Tevens is er een griffierecht van € 532 geheven van het dagelijks bestuur van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer20/03183
Datum19 maart 2021
ARREST
in de zaak van
het DAGELIJKS BESTUUR VAN DE BELASTINGSAMENWERKING GOUWE-RIJNLAND
tegen
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 4 augustus 2020, nr. BK-19/00399, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 19/153) betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Katwijk voor het jaar 2018 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z] .

1.Geding in cassatie

Het dagelijks bestuur van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

2.Beoordeling van de middelen

De Hoge Raad heeft de middelen over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze middelen niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze middelen is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Proceskosten

Het dagelijks bestuur van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
- verklaart het beroep in cassatie ongegrond, en
- veroordeelt het dagelijks bestuur van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland in de kosten van belanghebbende voor het geding in cassatie, vastgesteld op € 1.068 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer M.A. Fierstra als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2021.
Van het dagelijks bestuur van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland wordt een griffierecht geheven van € 532.