Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats]
adres [a-straat 1] te [plaats] .”
3.Beoordeling van de overige cassatiemiddelen
4.Beslissing
2 maart 2021.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 maart 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft de betekening van een appeldagvaarding aan een verdachte die geen woon- of verblijfplaats in Nederland had. De appeldagvaarding was uitgereikt aan de griffier, omdat van de verdachte geen adres in Nederland bekend was. De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen uit eerdere jurisprudentie over de betekening van dagvaardingen aan verdachten met een bekend adres in het buitenland. De Hoge Raad concludeert dat de appeldagvaarding niet rechtsgeldig is betekend, omdat deze niet is verzonden naar het bekende adres van de verdachte in het Verenigd Koninkrijk. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof en verklaart de appeldagvaarding nietig.