ECLI:NL:HR:2021:1532
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen naheffingsaanslagen parkeerbelasting door belanghebbende tegen gemeente Amsterdam
In deze zaak heeft belanghebbende, vertegenwoordigd door N.G.A. Voorbach, beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 30 juli 2020. Dit beroep betreft de naheffingsaanslagen in de parkeerbelasting die aan belanghebbende zijn opgelegd. De uitspraak van het Gerechtshof was een gevolg van een hoger beroep van belanghebbende tegen eerdere uitspraken van de Rechtbank Amsterdam. De Hoge Raad heeft de middelen die door belanghebbende zijn voorgesteld, beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat de voorgestelde middelen niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. Dit oordeel is niet verder gemotiveerd, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Uiteindelijk verklaart de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond, en dit arrest is openbaar uitgesproken op 15 oktober 2021.