ECLI:NL:HR:2021:1213
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake belastingrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 augustus 2021 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van belanghebbende, die niet heeft voldaan aan de vereiste procedurele stappen. De griffier van de Hoge Raad heeft op 17 maart 2021 een bericht in het digitaal dossier van belanghebbende geplaatst, waarin belanghebbende werd verzocht om binnen vier weken een afschrift van de bestreden uitspraak over te leggen. Dit bericht is ook per e-mail aan belanghebbende verzonden. De Hoge Raad gaat ervan uit dat belanghebbende dit bericht heeft ontvangen op 17 maart 2021, conform artikel 8:36c, lid 2, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Belanghebbende heeft echter geen gebruik gemaakt van de geboden gelegenheid om de benodigde documenten over te leggen. Hierdoor is het voor de Hoge Raad niet mogelijk om te bepalen waar het geschil precies over gaat. Gezien deze omstandigheden heeft de Hoge Raad besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Deze uitspraak benadrukt het belang van het volgen van de juiste procedurele stappen in cassatiezaken, vooral in belastingrechtelijke geschillen.