ECLI:NL:HR:2021:1188
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vrijstelling rioolheffing voor kerkgebouwen en gelijkheidsbeginsel
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 augustus 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de vrijstelling van rioolheffing voor kerkgebouwen. De belanghebbende, een woningcorporatie, had beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, die op 21 april 2020 had geoordeeld dat de vrijstelling voor kerkgebouwen in de Verordening rioolheffing van de gemeente Loppersum niet in strijd was met het gelijkheidsbeginsel. De belanghebbende stelde dat de vrijstelling in strijd was met de aard van de rioolheffing en dat zij, door het verhuren van woningen aan sociaal zwakkeren, ook een algemeen belang diende en daarom recht had op een vrijstelling.
De Hoge Raad oordeelde dat gemeenten bij de vormgeving van de rioolheffing grote vrijheid hebben en dat de vrijstelling voor kerkgebouwen een objectieve en redelijke rechtvaardiging biedt voor de ongelijke behandeling van gelijke gevallen. De Hoge Raad concludeerde dat het oordeel van het Hof niet onbegrijpelijk of ontoereikend gemotiveerd was en dat de overige klachten van de middelonderdelen niet tot cassatie konden leiden. Het beroep in cassatie werd ongegrond verklaard, en de Hoge Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
Deze uitspraak bevestigt de ruimte die gemeenten hebben bij het vaststellen van belastingverordeningen en de toepassing van het gelijkheidsbeginsel in het belastingrecht.