Uitspraak
wonende te Zeist en kantoorhoudende te Amsterdam,
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
16 juli 2021.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 juli 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door Jean Leon Marcel Groenewegen, curator in het faillissement van Swets Information Services B.V. De zaak betreft de vraag of werknemers van een Spaanse vennootschap ook als werknemers van een Nederlandse groepsvennootschap kunnen worden aangemerkt in het kader van de Insolventieverordening (IVO). De curator had vorderingen van de werknemers, die in dienst waren van de Spaanse vennootschap, afgewezen. Het hof had echter het vonnis van de rechtbank vernietigd en de vorderingen van de werknemers toegewezen, waarbij het hof oordeelde dat er sprake was van een arbeidsverhouding tussen de werknemers en de Nederlandse vennootschap. De Hoge Raad heeft het arrest van het hof vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat het hof onvoldoende had gemotiveerd dat er een gezagsverhouding bestond tussen de werknemers en de Nederlandse vennootschap, wat essentieel is voor de erkenning van een arbeidsverhouding. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige beoordeling van de feiten en omstandigheden bij de vaststelling van arbeidsrelaties in het kader van faillissementsprocedures.