Uitspraak
zetelende te Den Haag,
2.Beoordeling van de middelen in het principale en in het incidentele beroep
3.Beslissing
13 november 2020.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 november 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de informele vereniging Satudarah Motorcycle Club en twee supportclubs, Saudarah en Supportcrew 999, tegen het Openbaar Ministerie. De zaak betreft de vraag of de verbodenverklaring en ontbinding van de informele vereniging en de supportclubs rechtmatig waren. De Hoge Raad heeft de beschikking van het hof van 18 juni 2019 beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten van Satudarah c.s. niet konden leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad heeft daarbij geen motivering hoeven geven voor zijn oordeel, omdat de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal B.F. Assink gevolgd, die had gepleit voor verwerping van zowel het principale als het incidentele cassatieberoep. De uitspraak bevestigt de noodzaak en proportionaliteit van de verbodenverklaring en ontbinding van de betrokken verenigingen, en de uitvoerbaarheid bij voorraad van deze maatregelen. De kosten van het geding in cassatie zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.