ECLI:NL:HR:2020:1788

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 november 2020
Publicatiedatum
12 november 2020
Zaaknummer
19/02441
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige overheidsdaad door uitlatingen in media over milieuovertredingen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 november 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door een aantal eisers tegen de Provincie Overijssel. De eisers, waaronder verschillende B.V.'s en erfgenamen, voerden aan dat de uitlatingen van de Provincie in de media over mogelijke milieuovertredingen onrechtmatig waren. De Hoge Raad heeft de klachten van de eisers beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet konden leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. De Hoge Raad oordeelde dat het niet nodig was om te motiveren waarom het oordeel was gekomen, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het beroep van de eisers verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 882,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer19/02441
Datum13 november 2020
ARREST
In de zaak van
1. [eiseres 1] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [eiseres 2] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
3. [eiseres 3] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
4. [eiseres 4] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
5. [eiseres 5] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
6. STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR [eiseres 6] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
7. [eiseres 7],
wonende te [woonplaats],
8. de gezamenlijke erfgenamen en rechtsopvolgers onder algemene titel
van [erflater],
- [erfgenaam 1], wonende te [woonplaats],
- [eiseres 7], wonende te [woonplaats],
- [erfgenaam 2], wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: [eisers],
advocaat: R.T. Wiegerink,
tegen
PROVINCIE OVERIJSSEL,
zetelende te Zwolle,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: de Provincie,
advocaat: J.W.H. van Wijk.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
het vonnis in de zaak C/08/164811/HA ZA 14-581 van de rechtbank Overijssel van 11 november 2015;
het arrest in de zaak 200.199.291/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 19 februari 2019.
[eisers] hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De Provincie heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor [eisers] mede door N. van Triet en voor de Provincie mede door M.E.M.G. Peletier.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eisers] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt [eisers] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Provincie begroot op € 882,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [eisers] deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren G. Snijders, als voorzitter, M.J. Kroeze en C.H. Sieburgh, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op
13 november 2020.