Uitspraak
1.Geding in cassatie
De Staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
De Advocaat-Generaal C.M. Ettema heeft op 3 april 2018 geconcludeerd tot schorsing van het geding en tot het verzoeken om een prejudiciële beslissing aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. [1] Zowel belanghebbende als de Staatssecretaris heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
Het Hof van Justitie heeft uitspraak gedaan op die vragen bij arrest van 9 juli 2020, Donex Shipping and Forwarding BV, C-104/19, ECLI:EU:C:2020:539 (hierna: het arrest Donex).
Partijen zijn in de gelegenheid gesteld te reageren op dit arrest. Zowel belanghebbende als de Staatssecretaris heeft schriftelijk gereageerd.
2.Beoordeling van de middelen
Het Hof heeft vervolgens de schroeven, gelet op de in het dossier aanwezige informatie over de aard van de goederen, ingedeeld in postonderverdeling 7318 15 59 van de GN. Die indeling brengt geen wijziging in de hoogte van het toepasselijke antidumpingrecht, aldus het Hof. Het Hof heeft daarom de uitnodigingen tot betaling in stand gelaten.