ECLI:NL:HR:2020:1435
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J. Koopman
- P.M.F. van Loon
- L.F. van Kalmthout
- Rechtspraak.nl
Herzieningsverzoek van belanghebbenden tegen de Staatssecretaris van Financiën inzake griffierecht en ontvankelijkheid
In deze zaak hebben de belanghebbenden, [X 1] en [X 2], een verzoek tot herziening ingediend tegen een eerder arrest van de Hoge Raad van 24 januari 2020. Dit verzoek was gericht aan de Staatssecretaris van Financiën en betrof de betaling van griffierecht. De belanghebbenden hebben aangevoerd dat zij betalingsonmacht ervaren. De griffier van de Hoge Raad heeft hen herhaaldelijk in de gelegenheid gesteld om de benodigde verklaring omtrent afwezigheid van vermogen in te dienen, maar deze verklaring is niet ontvangen. Daarnaast is hen een termijn gesteld voor de betaling van het griffierecht, welke termijn ook niet is nageleefd. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de argumenten van de belanghebbenden niet voldoende zijn om te concluderen dat zij niet in verzuim zijn geweest. Op basis van de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de Hoge Raad het verzoek tot herziening niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Het arrest is openbaar uitgesproken op 18 september 2020.