ECLI:NL:HR:2020:1388
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake aanslag grafrechten gemeente Amstelveen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 september 2020 uitspraak gedaan over het beroep in cassatie van belanghebbende, [X] te [Z], tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 7 januari 2020. Het hoger beroep van belanghebbende was gericht tegen een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam betreffende de aan hem opgelegde aanslag grafrechten voor het jaar 2014 door de gemeente Amstelveen. De Hoge Raad heeft allereerst de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie beoordeeld. De griffier van het Hof had op 13 januari 2020 een afschrift van de uitspraak aan de partijen verzonden. Het beroepschrift in cassatie is echter pas op 10 maart 2020 bij de Hoge Raad ontvangen, wat betekent dat het niet binnen de wettelijke termijn van zes weken was ingediend. Deze termijn eindigde op 24 februari 2020. De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende op 9 april 2020 in de gelegenheid gesteld om aan te tonen dat het beroepschrift voor het einde van de termijn ter post was bezorgd, maar belanghebbende heeft hier geen gebruik van gemaakt. Hierdoor concludeerde de Hoge Raad dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk moest worden verklaard. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om de proceskosten te veroordelen. De beslissing van de Hoge Raad was dus dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk werd verklaard.