2.2Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“1.
Het als bijlage bij het stamproces-verbaal van 10 april 2017 gevoegde, door [verbalisant 1] , eerste luitenant van de Koninklijke Marechaussee, Kabinet-Cluster Integriteit, Sectie Interne Onderzoeken, opgemaakte proces-verbaal van verhoor aangever van 21 september 2016 (dossierpagina 15 e.v.), voor zover inhoudende als verklaring van [aangever] , zakelijk weergegeven:
Ik wens aangifte te doen van artikel 272 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht, schenden ambtsgeheim, vermoedelijk gepleegd door de [functie] [verdachte] , van de Kmar.
[verdachte] heeft vermoedelijk enig geheim, waarvan hij weet vanuit zijn ambt en wettelijke voorschriften dat hij deze verplicht is te bewaren, opzettelijk geschonden.
[verdachte] heeft vermoedelijk persoonlijk vanuit zijn functie bevragingen in de politiesystemen laten uitvoeren door wachtmeester der eerste klasse [betrokkene 1] , werkzaam bij de RITD van OPSCENT KMar, waarop [verdachte] de bevraagde informatie niet voor dienstdoeleinden maar voor privé- en persoonlijke belangen heeft gebruikt.
[verdachte] is als [functie] werkzaam bij politiedienst, Team 2 van mijn brigade (hof: Brigade politiedienst & Beveiliging van de Koninklijke Marechaussee Schiphol).
[betrokkene 2] deed melding van het onrechtmatig verkrijgen door [verdachte] van een telefoonnummer in gebruik bij hem en zijn vrouw. [betrokkene 2] deelde mede dat hij dacht dat [verdachte] misbruik van zijn functie en van de systemen heeft gemaakt om genoemd telefoonnummer in bezit te krijgen. Zowel [betrokkene 2] als zijn vrouw hebben dit telefoonnummer nooit verstrekt aan [verdachte] . [verdachte] had middels Whatsapp intieme berichtjes verzonden naar de vrouw van [betrokkene 2] middels genoemd telefoonnummer.
Eerste luitenant [betrokkene 3] overhandigde mij een mail van [betrokkene 1] , medewerker van OPSCENT. Ik las dat [verdachte] op 9 juni 2016 omstreeks 05:00 uur een bevraging had gedaan om een 06-nummer van een vrouw. Ik las dat [verdachte] als reden van zijn bevraging had opgegeven dat hij deze vrouw middels een 06-nummer wilde contacten omdat zij had aangegeven een aangifte te willen gaan doen. Ik zag in deze mail de volgende KENO-sleutel: [001] en de nam [betrokkene 4] , [geboortedatum] 1978.
2.
De als bijlage bij het stamproces-verbaal van 10 april 2017 gevoegde, gespreksnotitie van 13 september 2016 (dossierpagina 20 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
[betrokkene 2] doet melding van het onwettig verkrijgen van een mobiel telefoonnummer van zijn vrouw.
[betrokkene 2] wil aangeven dat hij denkt dat [verdachte] misbruik van zijn functie heeft gemaakt en zo het telefoonnummer heeft achterhaald waarmee hij intieme berichten stuurt naar zijn vrouw.
3.
Het als bijlage bij het stamproces-verbaal van 10 april 2017 gevoegde, door [verbalisant 2] , adjudant-onderofficier van de Koninklijke Marechaussee, Staf commandant Koninklijke Marechaussee, Cluster Integriteit, Sectie Interne Onderzoeken, opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van 20 februari 2017 (dossierpagina 24 e.v.), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant, zakelijk weergegeven:
Wachtmeester 1e klasse [betrokkene 1] is werkzaam op de afdeling OPSCENT van de Koninklijke Marechaussee. [betrokkene 1] was op 9 juni 2016 de afhandelaar van de telefonische bevraging die op verzoek van [functie] [verdachte] werd uitgevoerd.
4.
Het als bijlage bij het stamproces-verbaal van 10 april 2017 gevoegde, door [verbalisant 1] , eerste luitenant van de Koninklijke Marechaussee, Kabinet-Cluster Integriteit, Sectie Interne Onderzoeken, opgemaakte proces-verbaal van bevindingen onderzoek historische printgegevens; 0031652437101 en onderzoek [003] / [004] van 16 februari 2017 (dossierpagina 26 e.v.), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant, zakelijk weergegeven:
[003] :
Op 9 juni 2016 wordt met het account van verdachte de kenosleutel [001] van [betrokkene 4] bevraagd.
Op 2 augustus 2016 wordt met het account van verdachte de kenosleutel [001] bevraagd. Vervolgens heb ik vastgesteld dat middels het account van verdachte de documenten gelinkt aan [001] worden bevraagd.
[004] :
Op 5 september 2016 bevraagt het verbalisantnummer [002] van verdachte de kenosleutel van [betrokkene 2] .
5.
Het als bijlage bij het stamproces-verbaal van 10 april 2017 gevoegde, door [verbalisant 1] , en [verbalisant 2] , respectievelijk eerste luitenant en adjudant van de Koninklijke Marechaussee, Kabinet-Cluster Integriteit, Sectie Interne Onderzoeken, opgemaakte proces-verbaal van 25 oktober 2016 (dossierpagina 40 e.v.), voor zover inhoudende als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
V: Welke dienst had jij van woensdag 8 juni 2016 op donderdag 9 juni 2016?
A: Dat was een nachtdienst. Ik weet zeker dat ik toen een nachtdienst had.
V: Welke functie had jij tijdens deze dienst?
A: [functie] .
6.
De ter terechtzitting van de militaire politierechter van 28 maart 2018 afgelegde verklaring van verdachte, voor zover inhoudende:
Ten aanzien van feit 1:
Het opvragen van het telefoonnummer van [betrokkene 4] is een domme beslissing van mij geweest.
Ten aanzien van feit 2:
We hadden een nieuw systeem Blueview. Ik heb [betrokkene 4] opgezocht in het systeem.
Het is mijn fout dat ik om het telefoonnummer heb gevraagd. [betrokkene 1] twijfelde, maar hij heeft mij wel het telefoonnummer gegeven.
Ik heb geen opdracht gehad om informatie over beide personen op te zoeken.
7.
De ter terechtzitting van de militaire kamer van het hof van 12 juli 2018 afgelegde verklaring van verdachte, voor zover inhoudende:
Ik erken dat ik een telefoonnummer heb doen opvragen en dat ik in de systemen heb gezocht op de naam van die mevrouw (hof: [betrokkene 4] ).
Het is niet de bedoeling om privé-bevragingen te doen. Ik deed het voorkomen dat het zakelijk was.
Ik heb haar man in [004] bevraagd. Ik keek in het systeem of er al een klacht tegen mij was ingediend, zoals aangekondigd.
Het is niet de bedoeling dat je informatie over anderen opvraagt als je die niet nodig hebt voor je werk. Dat wist ik.”