ECLI:NL:HR:2003:AF2343
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Schending van ambtsgeheim door belastingambtenaar
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 februari 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte, een belastingambtenaar, was veroordeeld voor het opzettelijk schenden van een ambtsgeheim, zoals vastgelegd in artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. De feiten betroffen het verstrekken van vertrouwelijke informatie over belastingplichtigen aan derden, wat in strijd was met zijn verplichtingen als ambtenaar. De verdachte had in de periode van 1 februari 2000 tot en met 31 maart 2000 informatie gedeeld met derden, waaronder details over de financiële situatie van andere belastingplichtigen. Het Hof had geoordeeld dat de verdachte zijn ambtsgeheim had geschonden door deze gegevens verder bekend te maken dan noodzakelijk was voor de uitvoering van de belastingwet.
De Hoge Raad heeft de argumenten van de verdachte in cassatie beoordeeld, waaronder de stelling dat de verstrekte informatie niet geheim was en dat deze ook bij andere instanties verkregen kon worden. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof geen blijk had gegeven van een verkeerde rechtsopvatting en dat de verwerping van de middelen niet tot cassatie kon leiden. De Hoge Raad bevestigde de veroordeling van de verdachte tot het verrichten van onbetaalde arbeid ten behoeve van de gemeenschap, in plaats van een gevangenisstraf. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van het ambtsgeheim en de verantwoordelijkheden van belastingambtenaren in het beschermen van vertrouwelijke informatie.