ECLI:NL:HR:2019:879

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 juni 2019
Publicatiedatum
6 juni 2019
Zaaknummer
18/04894
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen navorderingsaanslag inkomstenbelasting en belastingrente

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 juni 2019 uitspraak gedaan in een cassatieberoep van belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het beroep betreft een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2013, die aan belanghebbende was opgelegd. De uitspraak van het Hof, die op 16 oktober 2018 werd gedaan, was het resultaat van een hoger beroep van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Gelderland. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard, waarbij de middelen van belanghebbende op de gronden zijn afgewezen die zijn vermeld in een eerder arrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2019:743). De Staatssecretaris van Financiën had een verweerschrift ingediend, maar de Hoge Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de raadsheer M.A. Fierstra als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, en is openbaar uitgesproken op 7 juni 2019.

Uitspraak

Hoge Raad der Nederlanden
Derde Kamer
Nr. 18/04894
7 juni 2019
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Arnhem-Leeuwardenvan 16 oktober 2018, nr. 17/01403, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 17/1680) betreffende de aan belanghebbende over het jaar 2013 opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikking inzake belastingrente. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen falen op de gronden die zijn vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak met nummer 18/04855 (ECLI:NL:HR:2019:743), waarvan een geanonimiseerd afschrift aan dit arrest is gehecht.

3.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer M.A. Fierstra als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 7 juni 2019.