In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 juni 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door [X] B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de (voorlopige) aanslagen in de zuiveringsheffing die aan [X] B.V. zijn opgelegd voor het jaar 2015. De belanghebbende, producent van houdbare champignons, heeft water dat in haar bedrijf is gebruikt geloosd via de gemeentelijke riolering, waarna het water werd gezuiverd door de afvalwaterzuiveringsinstallatie van het Waterschap Limburg. De aanslagen waren gebaseerd op de Verordening zuiveringsheffing Waterschap Peel en Maasvallei 2009, die in 2017 is opgegaan in het Waterschap Limburg.
De centrale vraag in deze cassatie was of de verordening onverbindend is omdat niet is voldaan aan de bekendmakingseis van artikel 73 van de Waterschapswet. Het Gerechtshof had deze vraag ontkennend beantwoord, waarbij het Hof oordeelde dat de NEN-normen niet cruciaal zijn voor de heffingsmaatstaf, maar enkel van belang zijn voor de wijze van meting, bemonstering en analyse van de meetresultaten. De Hoge Raad heeft echter geoordeeld dat de NEN-normen essentieel zijn voor het vaststellen van de heffingsmaatstaf en dat de verordening niet voldoet aan de kenbaarheidseisen van de Waterschapswet, omdat er geen verwijzing is naar de publicatie van de NEN-normen in de Staatscourant.
De Hoge Raad heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van het Hof vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor verdere behandeling. Tevens is de directeur van Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Limburg veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende. Dit arrest benadrukt het belang van transparantie en toegankelijkheid van normbladen in belastingverordeningen.